Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Treuzelen (to dawdle) conjugation

Dutch
12 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
treuzel
treuzelt
treuzelt
treuzelen
treuzelen
treuzelen
Present perfect tense
heb getreuzeld
hebt getreuzeld
heeft getreuzeld
hebben getreuzeld
hebben getreuzeld
hebben getreuzeld
Past tense
treuzelde
treuzelde
treuzelde
treuzelden
treuzelden
treuzelden
Future tense
zal treuzelen
zult treuzelen
zal treuzelen
zullen treuzelen
zullen treuzelen
zullen treuzelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou treuzelen
zou treuzelen
zou treuzelen
zouden treuzelen
zouden treuzelen
zouden treuzelen
Subjunctive mood
treuzele
treuzele
treuzele
treuzele
treuzele
treuzele
Past perfect tense
had getreuzeld
had getreuzeld
had getreuzeld
hadden getreuzeld
hadden getreuzeld
hadden getreuzeld
Future perf.
zal getreuzeld hebben
zal getreuzeld hebben
zal getreuzeld hebben
zullen getreuzeld hebben
zullen getreuzeld hebben
zullen getreuzeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getreuzeld hebben
zou getreuzeld hebben
zou getreuzeld hebben
zouden getreuzeld hebben
zouden getreuzeld hebben
zouden getreuzeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
treuzel
treuzelt

Examples of treuzelen

Example in DutchTranslation in English
- Oké, niet zo treuzelen.- Okay, well, don't dawdle.
- Sta niet zo te treuzelen.- Do not dawdle too.
Blijven we de hele nacht treuzelen?Well, come on! Are we gonna dawdle here all night?
Breng dit meteen naar het adres dat erop staat, en niet treuzelen.Take this directly to the address as written. Don't dawdle.
Dan is er geen tijd om te treuzelen, of wel dan?Well, there's no time to dawdle then, is there?
Blijf op het trottoir Billy en treuzel niet.Now, Billy keep to the pavement and don't dawdle. Off you go.
En treuzel niet.And don't dawdle.
Ik treuzel niet.I don't dawdle.
Kom, joh, treuzel niet.Come, man, don't dawdle.
Waarom treuzel je zo?Why do you dawdle?
Hij slentert richting Alpha. Ik wil dat hij rent, omdat Dobson nog inbeukt op Carrington, maar hij treuzelt. We komen daar.He... dawdles back towards Alpha.
Nog altijd treuzelend na al die jaren.Still dawdling after all these years.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

trijzelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dawdle':

None found.