Toewaaien (to waft) conjugation

Dutch

Conjugation of toewaaien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
waai toe
I waft
waait toe
you waft
waait toe
he/she/it wafts
waaien toe
we waft
waaien toe
you all waft
waaien toe
they waft
Present perfect tense
heb toegewaaid
I have wafted
hebt toegewaaid
you have wafted
heeft toegewaaid
he/she/it has wafted
hebben toegewaaid
we have wafted
hebben toegewaaid
you all have wafted
hebben toegewaaid
they have wafted
Past tense
waaide toe;woei toe
I wafted
waaide toe;woei toe
you wafted
waaide toe;woei toe
he/she/it wafted
waaiden toe;woeien toe
we wafted
waaiden toe;woeien toe
you all wafted
waaiden toe;woeien toe
they wafted
Future tense
zal toewaaien
I will waft
zult toewaaien
you will waft
zal toewaaien
he/she/it will waft
zullen toewaaien
we will waft
zullen toewaaien
you all will waft
zullen toewaaien
they will waft
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toewaaien
I would waft
zou toewaaien
you would waft
zou toewaaien
he/she/it would waft
zouden toewaaien
we would waft
zouden toewaaien
you all would waft
zouden toewaaien
they would waft
Subjunctive mood
waaie toe
I waft
waaie toe
you waft
waaie toe
he/she/it waft
waaie toe
we waft
waaie toe
you all waft
waaie toe
they waft
Past perfect tense
had toegewaaid
I had wafted
had toegewaaid
you had wafted
had toegewaaid
he/she/it had wafted
hadden toegewaaid
we had wafted
hadden toegewaaid
you all had wafted
hadden toegewaaid
they had wafted
Future perf.
zal toegewaaid hebben
I will have wafted
zal toegewaaid hebben
you will have wafted
zal toegewaaid hebben
he/she/it will have wafted
zullen toegewaaid hebben
we will have wafted
zullen toegewaaid hebben
you all will have wafted
zullen toegewaaid hebben
they will have wafted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegewaaid hebben
I would have wafted
zou toegewaaid hebben
you would have wafted
zou toegewaaid hebben
he/she/it would have wafted
zouden toegewaaid hebben
we would have wafted
zouden toegewaaid hebben
you all would have wafted
zouden toegewaaid hebben
they would have wafted
Present bijzin tense
toewaai
I waft
toewaait
you waft
toewaait
he/she/it wafts
toewaaien
we waft
toewaaien
you all waft
toewaaien
they waft
Past bijzin tense
toewaaide;toewoei
I wafted
toewaaide;toewoei
you wafted
toewaaide;toewoei
he/she/it wafted
toewaaiden;toewoeien
we wafted
toewaaiden;toewoeien
you all wafted
toewaaiden;toewoeien
they wafted
Future bijzin tense
zal toewaaien
I will waft
zult toewaaien
you will waft
zal toewaaien
he/she/it will waft
zullen toewaaien
we will waft
zullen toewaaien
you all will waft
zullen toewaaien
they will waft
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toewaaien
I would waft
zou toewaaien
you would waft
zou toewaaien
he/she/it would waft
zouden toewaaien
we would waft
zouden toewaaien
you all would waft
zouden toewaaien
they would waft
Subjunctive bijzin mood
toewaaie
I waft
toewaaie
you waft
toewaaie
he/she/it waft
toewaaie
we waft
toewaaie
you all waft
toewaaie
they waft
Du
Ihr
Imperative mood
waai to
waft
waait t
waft

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

toenaaien
do
toewassen
do

Similar but longer

toezwaaien
commend

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'waft':

None found.
Learning languages?