Toenaaien (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of toenaaien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
naai toe
I do
naait toe
you do
naait toe
he/she/it does
naaien toe
we do
naaien toe
you all do
naaien toe
they do
Present perfect tense
heb toegenaaid
I have done
hebt toegenaaid
you have done
heeft toegenaaid
he/she/it has done
hebben toegenaaid
we have done
hebben toegenaaid
you all have done
hebben toegenaaid
they have done
Past tense
naaide toe
I did
naaide toe
you did
naaide toe
he/she/it did
naaiden toe
we did
naaiden toe
you all did
naaiden toe
they did
Future tense
zal toenaaien
I will do
zult toenaaien
you will do
zal toenaaien
he/she/it will do
zullen toenaaien
we will do
zullen toenaaien
you all will do
zullen toenaaien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toenaaien
I would do
zou toenaaien
you would do
zou toenaaien
he/she/it would do
zouden toenaaien
we would do
zouden toenaaien
you all would do
zouden toenaaien
they would do
Subjunctive mood
naaie toe
I do
naaie toe
you do
naaie toe
he/she/it do
naaie toe
we do
naaie toe
you all do
naaie toe
they do
Past perfect tense
had toegenaaid
I had done
had toegenaaid
you had done
had toegenaaid
he/she/it had done
hadden toegenaaid
we had done
hadden toegenaaid
you all had done
hadden toegenaaid
they had done
Future perf.
zal toegenaaid hebben
I will have done
zal toegenaaid hebben
you will have done
zal toegenaaid hebben
he/she/it will have done
zullen toegenaaid hebben
we will have done
zullen toegenaaid hebben
you all will have done
zullen toegenaaid hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegenaaid hebben
I would have done
zou toegenaaid hebben
you would have done
zou toegenaaid hebben
he/she/it would have done
zouden toegenaaid hebben
we would have done
zouden toegenaaid hebben
you all would have done
zouden toegenaaid hebben
they would have done
Present bijzin tense
toenaai
I do
toenaait
you do
toenaait
he/she/it does
toenaaien
we do
toenaaien
you all do
toenaaien
they do
Past bijzin tense
toenaaide
I did
toenaaide
you did
toenaaide
he/she/it did
toenaaiden
we did
toenaaiden
you all did
toenaaiden
they did
Future bijzin tense
zal toenaaien
I will do
zult toenaaien
you will do
zal toenaaien
he/she/it will do
zullen toenaaien
we will do
zullen toenaaien
you all will do
zullen toenaaien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toenaaien
I would do
zou toenaaien
you would do
zou toenaaien
he/she/it would do
zouden toenaaien
we would do
zouden toenaaien
you all would do
zouden toenaaien
they would do
Subjunctive bijzin mood
toenaaie
I do
toenaaie
you do
toenaaie
he/she/it do
toenaaie
we do
toenaaie
you all do
toenaaie
they do
Du
Ihr
Imperative mood
naai to
do
naait t
do

Examples of toenaaien

Example in DutchTranslation in English
Ik zal het toenaaien. Dat lost het op.I'm placing a purse-string suture, which should do the trick.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

toewaaien
waft

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?