Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Terugschrikken (to shy) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schrik terug
schrikt terug
schrikt terug
schrikken terug
schrikken terug
schrikken terug
Present perfect tense
ben teruggeschrikt;ben teruggeschrokken
bent teruggeschrikt;bent teruggeschrokken
is teruggeschrikt;is teruggeschrokken
zijn teruggeschrikt;zijn teruggeschrokken
zijn teruggeschrikt;zijn teruggeschrokken
zijn teruggeschrikt;zijn teruggeschrokken
Past tense
schrikte terug;schrok terug
schrikte terug;schrok terug
schrikte terug;schrok terug
schrikten terug;schrokken terug
schrikten terug;schrokken terug
schrikten terug;schrokken terug
Future tense
zal terugschrikken
zult terugschrikken
zal terugschrikken
zullen terugschrikken
zullen terugschrikken
zullen terugschrikken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou terugschrikken
zou terugschrikken
zou terugschrikken
zouden terugschrikken
zouden terugschrikken
zouden terugschrikken
Subjunctive mood
schrikke terug
schrikke terug
schrikke terug
schrikke terug
schrikke terug
schrikke terug
Past perfect tense
was teruggeschrikt;was teruggeschrokken
was teruggeschrikt;was teruggeschrokken
was teruggeschrikt;was teruggeschrokken
waren teruggeschrikt;waren teruggeschrokken
waren teruggeschrikt;waren teruggeschrokken
waren teruggeschrikt;waren teruggeschrokken
Future perf.
zal teruggeschrikt zijn;zal teruggeschrokken zijn
zal teruggeschrikt zijn;zal teruggeschrokken zijn
zal teruggeschrikt zijn;zal teruggeschrokken zijn
zullen teruggeschrikt zijn;zullen teruggeschrokken zijn
zullen teruggeschrikt zijn;zullen teruggeschrokken zijn
zullen teruggeschrikt zijn;zullen teruggeschrokken zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou teruggeschrikt zijn;zou teruggeschrokken zijn
zou teruggeschrikt zijn;zou teruggeschrokken zijn
zou teruggeschrikt zijn;zou teruggeschrokken zijn
zouden teruggeschrikt zijn;zouden teruggeschrokken zijn
zouden teruggeschrikt zijn;zouden teruggeschrokken zijn
zouden teruggeschrikt zijn;zouden teruggeschrokken zijn
Present bijzin tense
terugschrik
terugschrikt
terugschrikt
terugschrikken
terugschrikken
terugschrikken
Past bijzin tense
terugschrikte;terugschrok
terugschrikte;terugschrok
terugschrikte;terugschrok
terugschrikten;terugschrokken
terugschrikten;terugschrokken
terugschrikten;terugschrokken
Future bijzin tense
zal terugschrikken
zult terugschrikken
zal terugschrikken
zullen terugschrikken
zullen terugschrikken
zullen terugschrikken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou terugschrikken
zou terugschrikken
zou terugschrikken
zouden terugschrikken
zouden terugschrikken
zouden terugschrikken
Subjunctive bijzin mood
terugschrikke
terugschrikke
terugschrikke
terugschrikke
terugschrikke
terugschrikke
Du
Ihr
Imperative mood
schrik terug
schrikt terug

Examples of terugschrikken

Example in DutchTranslation in English
Ik bedoel om deze Fransen te laten zien dat zal ik niet ervoor zal terugschrikken naar het slagveld te gaan als het moet.I mean to show these French that I will not shy away from battle if I am provoked.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

terugschrijven
write back

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'shy':

None found.