Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Tentamineren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tentamineer
tentamineert
tentamineert
tentamineren
tentamineren
tentamineren
Present perfect tense
heb getentamineerd
hebt getentamineerd
heeft getentamineerd
hebben getentamineerd
hebben getentamineerd
hebben getentamineerd
Past tense
tentamineerde
tentamineerde
tentamineerde
tentamineerden
tentamineerden
tentamineerden
Future tense
zal tentamineren
zult tentamineren
zal tentamineren
zullen tentamineren
zullen tentamineren
zullen tentamineren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tentamineren
zou tentamineren
zou tentamineren
zouden tentamineren
zouden tentamineren
zouden tentamineren
Subjunctive mood
tentaminere
tentaminere
tentaminere
tentaminere
tentaminere
tentaminere
Past perfect tense
had getentamineerd
had getentamineerd
had getentamineerd
hadden getentamineerd
hadden getentamineerd
hadden getentamineerd
Future perf.
zal getentamineerd hebben
zal getentamineerd hebben
zal getentamineerd hebben
zullen getentamineerd hebben
zullen getentamineerd hebben
zullen getentamineerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getentamineerd hebben
zou getentamineerd hebben
zou getentamineerd hebben
zouden getentamineerd hebben
zouden getentamineerd hebben
zouden getentamineerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
tentamineer
tentamineert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

contamineren
contact

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

tegenslaan
counter strike
tegenwerpen
object
tekortschieten
fall short
telegraferen
wire
telexen
do
tennissen
tennis
tenteren
tent honor
terugduwen
push back
terugeisen
reclaim
teruggrijpen
revert

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.