Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Contamineren (to contact) conjugation

Dutch

Conjugation of contamineren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
contamineer
I contact
contamineert
you contact
contamineert
he/she/it contacts
contamineren
we contact
contamineren
you all contact
contamineren
they contact
Present perfect tense
heb gecontamineerd
I have contacted
hebt gecontamineerd
you have contacted
heeft gecontamineerd
he/she/it has contacted
hebben gecontamineerd
we have contacted
hebben gecontamineerd
you all have contacted
hebben gecontamineerd
they have contacted
Past tense
contamineerde
I contacted
contamineerde
you contacted
contamineerde
he/she/it contacted
contamineerden
we contacted
contamineerden
you all contacted
contamineerden
they contacted
Future tense
zal contamineren
I will contact
zult contamineren
you will contact
zal contamineren
he/she/it will contact
zullen contamineren
we will contact
zullen contamineren
you all will contact
zullen contamineren
they will contact
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou contamineren
I would contact
zou contamineren
you would contact
zou contamineren
he/she/it would contact
zouden contamineren
we would contact
zouden contamineren
you all would contact
zouden contamineren
they would contact
Subjunctive mood
contaminere
I contact
contaminere
you contact
contaminere
he/she/it contact
contaminere
we contact
contaminere
you all contact
contaminere
they contact
Past perfect tense
had gecontamineerd
I had contacted
had gecontamineerd
you had contacted
had gecontamineerd
he/she/it had contacted
hadden gecontamineerd
we had contacted
hadden gecontamineerd
you all had contacted
hadden gecontamineerd
they had contacted
Future perf.
zal gecontamineerd hebben
I will have contacted
zal gecontamineerd hebben
you will have contacted
zal gecontamineerd hebben
he/she/it will have contacted
zullen gecontamineerd hebben
we will have contacted
zullen gecontamineerd hebben
you all will have contacted
zullen gecontamineerd hebben
they will have contacted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecontamineerd hebben
I would have contacted
zou gecontamineerd hebben
you would have contacted
zou gecontamineerd hebben
he/she/it would have contacted
zouden gecontamineerd hebben
we would have contacted
zouden gecontamineerd hebben
you all would have contacted
zouden gecontamineerd hebben
they would have contacted
Du
Ihr
Imperative mood
contamineer
contact
contamineert
contact

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

tentamineren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

cohabiteren
cohabit
conditioneren
stipulate
consacreren
consecrate
consecreren
consecrate
construeren
construct
consummeren
consummate
contacteren
contact
contempleren
contemplate
contraveniëren
do
crashen
crash

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'contact':

None found.