Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Settelen (to settle down) conjugation

Dutch
13 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
settel
settelt
settelt
settelen
settelen
settelen
Present perfect tense
heb gesetteld
hebt gesetteld
heeft gesetteld
hebben gesetteld
hebben gesetteld
hebben gesetteld
Past tense
settelde
settelde
settelde
settelden
settelden
settelden
Future tense
zal settelen
zult settelen
zal settelen
zullen settelen
zullen settelen
zullen settelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou settelen
zou settelen
zou settelen
zouden settelen
zouden settelen
zouden settelen
Subjunctive mood
settele
settele
settele
settele
settele
settele
Past perfect tense
had gesetteld
had gesetteld
had gesetteld
hadden gesetteld
hadden gesetteld
hadden gesetteld
Future perf.
zal gesetteld hebben
zal gesetteld hebben
zal gesetteld hebben
zullen gesetteld hebben
zullen gesetteld hebben
zullen gesetteld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesetteld hebben
zou gesetteld hebben
zou gesetteld hebben
zouden gesetteld hebben
zouden gesetteld hebben
zouden gesetteld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
settel
settelt

Examples of settelen

Example in DutchTranslation in English
- Ik dacht me hier te gaan settelen.I figured I'd settle down here. Get away from all the zipper-heads uptown.
- Nou, vader... ik wil me eigenlijk gaan settelen.Well... -I want to settle down. -Nonsense!
- Wij kunnen ons settelen.You could settle do... We could settle down.
- om zich te settelen.- and settle down.
? ! I-als je niet settelen, zal II heb je verdoofd.I-if you don't settle down, I-I'll have you sedated.
Ik dacht, ik ga terug en settel me.Thought I'd come back and settle down.
Als je getrouwd en gesetteld was... of zelfs maar een vriend of een partner had.Honey, it's just-- if you were married and settled down, or even had a boyfriend, or a partner of some sort.
Dat we gesetteld raken.Like we're settled down.
Heb je je hier gesetteld?You have settled down? Oh, tut-tut!
Hij stopte met drinken, is gesetteld.He's stopped drinking, settled down.
Juist, we hebben ons nog niet gesetteld.He's right. We haven't settled down yet.
Ik moet op een elegante manier, Lemon wijzen op de Disney films waar we zo van hielden, waar de prinses trouwde en de heks een eenzame oude vrouw was, die nooit settelde, omdat ze vertikte mee te gaan met een debutant cruise en ze werd lelijker en stierf alleen.I'm to elegantly find a way to remind Lemon of the Disney movies that we used to love where the princess got married and the witch was a lonely old lady who never settled down because she refused to go on the debutante cruise and she got uglier until she died alone.
We settelden ons in Dhanbad.We settled down in Dhanbad.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

battelen
do
bottelen
bottle
kittelen
do
seibelen
do
spatelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

schoonhouden
clean
schranzen
do
schrijden
stride
schuddekoppen
shook his head
schuieren
shake
sensibiliseren
sensitize
seponeren
shelve
serveren
serve
shaken
shake
simuleren
feign

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'settle down':

None found.