Samenvoegen (to merge) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of samenvoegen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
voeg samen
I merge
voegt samen
you merge
voegt samen
he/she/it merges
voegen samen
we merge
voegen samen
you all merge
voegen samen
they merge
Present perfect tense
heb samengevoegd
I have merged
hebt samengevoegd
you have merged
heeft samengevoegd
he/she/it has merged
hebben samengevoegd
we have merged
hebben samengevoegd
you all have merged
hebben samengevoegd
they have merged
Past tense
voegde samen
I merged
voegde samen
you merged
voegde samen
he/she/it merged
voegden samen
we merged
voegden samen
you all merged
voegden samen
they merged
Future tense
zal samenvoegen
I will merge
zult samenvoegen
you will merge
zal samenvoegen
he/she/it will merge
zullen samenvoegen
we will merge
zullen samenvoegen
you all will merge
zullen samenvoegen
they will merge
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou samenvoegen
I would merge
zou samenvoegen
you would merge
zou samenvoegen
he/she/it would merge
zouden samenvoegen
we would merge
zouden samenvoegen
you all would merge
zouden samenvoegen
they would merge
Subjunctive mood
voege samen
I merge
voege samen
you merge
voege samen
he/she/it merge
voege samen
we merge
voege samen
you all merge
voege samen
they merge
Past perfect tense
had samengevoegd
I had merged
had samengevoegd
you had merged
had samengevoegd
he/she/it had merged
hadden samengevoegd
we had merged
hadden samengevoegd
you all had merged
hadden samengevoegd
they had merged
Future perf.
zal samengevoegd hebben
I will have merged
zal samengevoegd hebben
you will have merged
zal samengevoegd hebben
he/she/it will have merged
zullen samengevoegd hebben
we will have merged
zullen samengevoegd hebben
you all will have merged
zullen samengevoegd hebben
they will have merged
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou samengevoegd hebben
I would have merged
zou samengevoegd hebben
you would have merged
zou samengevoegd hebben
he/she/it would have merged
zouden samengevoegd hebben
we would have merged
zouden samengevoegd hebben
you all would have merged
zouden samengevoegd hebben
they would have merged
Present bijzin tense
samenvoeg
I merge
samenvoegt
you merge
samenvoegt
he/she/it merges
samenvoegen
we merge
samenvoegen
you all merge
samenvoegen
they merge
Past bijzin tense
samenvoegde
I merged
samenvoegde
you merged
samenvoegde
he/she/it merged
samenvoegden
we merged
samenvoegden
you all merged
samenvoegden
they merged
Future bijzin tense
zal samenvoegen
I will merge
zult samenvoegen
you will merge
zal samenvoegen
he/she/it will merge
zullen samenvoegen
we will merge
zullen samenvoegen
you all will merge
zullen samenvoegen
they will merge
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou samenvoegen
I would merge
zou samenvoegen
you would merge
zou samenvoegen
he/she/it would merge
zouden samenvoegen
we would merge
zouden samenvoegen
you all would merge
zouden samenvoegen
they would merge
Subjunctive bijzin mood
samenvoege
I merge
samenvoege
you merge
samenvoege
he/she/it merge
samenvoege
we merge
samenvoege
you all merge
samenvoege
they merge
Du
Ihr
Imperative mood
voeg samen
merge
voegt samen
merge

Examples of samenvoegen

Example in DutchTranslation in English
- Professor? Blijkbaar is het samenvoegen goed gegaan deze keer.It appears we merged properly on this attempt.
Als directeur van het New Yorkse Theater Of The Open Eye, ... creëert ze werken die mythe en kunst samenvoegen.As a director of New York's Theater Of The Open Eye, she creates works that merge myth and art.
Als geologen alles samenvoegen... ontstaat er een buitengewoon beeld... van een 1,5 km dikke ijskap van meer dan 3200 km lengte.Geologists map these glacial features together and an extraordinary picture emerges. Not of a glacier, but of a vast ice sheet one mile thick and over 2,000 miles long.
Als jullie samenvoegen, kunnen we jullie misschien niet meer scheiden.If you do merge... we might not be able to separate you again.
Emerald 7-9. Bevestig samenvoegen.Emerald Seven Nine confirmed merge.
Al je hoop is samengevoegd tot een grote passie: winst!All your hopes have merged into a master passion: profit.
Als het waar is wat Cisco zegt, dat Ronnie is samengevoegd met Martin Stein... dan leeft hij niet meer.If what Cisco says is true, that Ronnie merged with Martin Stein, then he's not alive anymore.
Daar heeft ie de hardware samengevoegd.That's where Jobe merged the nano-matching hardware.
De donkere materie heeft ze samengevoegd.The dark matter merged them together.
Er zijn twee takken samengevoegd, toch?I mean, we merged two branches, right?
Als ik de scholen samenvoeg, hoe moet ik hem dan noemen?If I merge the two, what should I call it,
Goed, met willekeurige getallen, voer je een samenvoeg-sorteerfunctie uit in oplopende volgorde.All right, now, given a random array of numbers, implement a merge-sort function to arrange in ascending order.
We moeten de flessen opblazen voordat de storm samenvoegt.We got to blow the tanks before the storms merge.
Nadat de wereldleiders zich samenvoegden na de verhitte strijd... wisten we dat we elkaar nodig hadden.♪ America ♪ And as the world's survivors emerged from the smoldering aftermath, we found that we reached for each other, bonded together in ways we never had before.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

samenvouwen
collapse

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'merge':

None found.
Learning languages?