Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ronddelen (to hand round) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
deel rond
deelt rond
deelt rond
delen rond
delen rond
delen rond
Present perfect tense
heb rondgedeeld
hebt rondgedeeld
heeft rondgedeeld
hebben rondgedeeld
hebben rondgedeeld
hebben rondgedeeld
Past tense
deelde rond
deelde rond
deelde rond
deelden rond
deelden rond
deelden rond
Future tense
zal ronddelen
zult ronddelen
zal ronddelen
zullen ronddelen
zullen ronddelen
zullen ronddelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ronddelen
zou ronddelen
zou ronddelen
zouden ronddelen
zouden ronddelen
zouden ronddelen
Subjunctive mood
dele rond
dele rond
dele rond
dele rond
dele rond
dele rond
Past perfect tense
had rondgedeeld
had rondgedeeld
had rondgedeeld
hadden rondgedeeld
hadden rondgedeeld
hadden rondgedeeld
Future perf.
zal rondgedeeld hebben
zal rondgedeeld hebben
zal rondgedeeld hebben
zullen rondgedeeld hebben
zullen rondgedeeld hebben
zullen rondgedeeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgedeeld hebben
zou rondgedeeld hebben
zou rondgedeeld hebben
zouden rondgedeeld hebben
zouden rondgedeeld hebben
zouden rondgedeeld hebben
Present bijzin tense
ronddeel
ronddeelt
ronddeelt
ronddelen
ronddelen
ronddelen
Past bijzin tense
ronddeelde
ronddeelde
ronddeelde
ronddeelden
ronddeelden
ronddeelden
Future bijzin tense
zal ronddelen
zult ronddelen
zal ronddelen
zullen ronddelen
zullen ronddelen
zullen ronddelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou ronddelen
zou ronddelen
zou ronddelen
zouden ronddelen
zouden ronddelen
zouden ronddelen
Subjunctive bijzin mood
ronddele
ronddele
ronddele
ronddele
ronddele
ronddele
Du
Ihr
Imperative mood
deel rond
deelt ron

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ronddolen
wander

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

representeren
report
riemen
do
roerbakken
stirfry
rondbanjeren
do
ronddartelen
frolick
ronddienen
serve around
ronddolen
wander
ronddragen
carry about
rondleiden
guide
rondrijden
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'hand round':

None found.