Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Revolteren (to revolt) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of revolteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
revolteer
I revolt
revolteert
you revolt
revolteert
he/she/it revolts
revolteren
we revolt
revolteren
you all revolt
revolteren
they revolt
Present perfect tense
heb gerevolteerd
I have revolted
hebt gerevolteerd
you have revolted
heeft gerevolteerd
he/she/it has revolted
hebben gerevolteerd
we have revolted
hebben gerevolteerd
you all have revolted
hebben gerevolteerd
they have revolted
Past tense
revolteerde
I revolted
revolteerde
you revolted
revolteerde
he/she/it revolted
revolteerden
we revolted
revolteerden
you all revolted
revolteerden
they revolted
Future tense
zal revolteren
I will revolt
zult revolteren
you will revolt
zal revolteren
he/she/it will revolt
zullen revolteren
we will revolt
zullen revolteren
you all will revolt
zullen revolteren
they will revolt
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou revolteren
I would revolt
zou revolteren
you would revolt
zou revolteren
he/she/it would revolt
zouden revolteren
we would revolt
zouden revolteren
you all would revolt
zouden revolteren
they would revolt
Subjunctive mood
revoltere
I revolt
revoltere
you revolt
revoltere
he/she/it revolt
revoltere
we revolt
revoltere
you all revolt
revoltere
they revolt
Past perfect tense
had gerevolteerd
I had revolted
had gerevolteerd
you had revolted
had gerevolteerd
he/she/it had revolted
hadden gerevolteerd
we had revolted
hadden gerevolteerd
you all had revolted
hadden gerevolteerd
they had revolted
Future perf.
zal gerevolteerd hebben
I will have revolted
zal gerevolteerd hebben
you will have revolted
zal gerevolteerd hebben
he/she/it will have revolted
zullen gerevolteerd hebben
we will have revolted
zullen gerevolteerd hebben
you all will have revolted
zullen gerevolteerd hebben
they will have revolted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerevolteerd hebben
I would have revolted
zou gerevolteerd hebben
you would have revolted
zou gerevolteerd hebben
he/she/it would have revolted
zouden gerevolteerd hebben
we would have revolted
zouden gerevolteerd hebben
you all would have revolted
zouden gerevolteerd hebben
they would have revolted
Du
Ihr
Imperative mood
revolteer
revolt
revolteert
revolt

Examples of revolteren

Example in DutchTranslation in English
De nerds zijn aan het revolteren, letterlijk.The geeks are revolting. Like, literally.
Gouverneurs gaan revolteren.Satrapies will revolt.
Gouverneurs zullen revolteren.Satrapies will revolt.
Roger, jouw mensen zijn van plan tegen jou te revolteren.Roger, your people are about to revolt against you.
jij durft dus te revolteren!You dare revolt.
Het is revolterend.It's revolting.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

resulteren
result

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

redresseren
redress
repelen
ripple
repen
do
resetten
reset
resorberen
sip
revitaliseren
revitalize
revolutioneren
do
rijsttafelen
rice tables
ringen
ring
robberen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'revolt':

None found.