Retourneren (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of retourneren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
retourneer
I do
retourneert
you do
retourneert
he/she/it does
retourneren
we do
retourneren
you all do
retourneren
they do
Present perfect tense
heb geretourneerd
I have done
hebt geretourneerd
you have done
heeft geretourneerd
he/she/it has done
hebben geretourneerd
we have done
hebben geretourneerd
you all have done
hebben geretourneerd
they have done
Past tense
retourneerde
I did
retourneerde
you did
retourneerde
he/she/it did
retourneerden
we did
retourneerden
you all did
retourneerden
they did
Future tense
zal retourneren
I will do
zult retourneren
you will do
zal retourneren
he/she/it will do
zullen retourneren
we will do
zullen retourneren
you all will do
zullen retourneren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou retourneren
I would do
zou retourneren
you would do
zou retourneren
he/she/it would do
zouden retourneren
we would do
zouden retourneren
you all would do
zouden retourneren
they would do
Subjunctive mood
retournere
I do
retournere
you do
retournere
he/she/it do
retournere
we do
retournere
you all do
retournere
they do
Past perfect tense
had geretourneerd
I had done
had geretourneerd
you had done
had geretourneerd
he/she/it had done
hadden geretourneerd
we had done
hadden geretourneerd
you all had done
hadden geretourneerd
they had done
Future perf.
zal geretourneerd hebben
I will have done
zal geretourneerd hebben
you will have done
zal geretourneerd hebben
he/she/it will have done
zullen geretourneerd hebben
we will have done
zullen geretourneerd hebben
you all will have done
zullen geretourneerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geretourneerd hebben
I would have done
zou geretourneerd hebben
you would have done
zou geretourneerd hebben
he/she/it would have done
zouden geretourneerd hebben
we would have done
zouden geretourneerd hebben
you all would have done
zouden geretourneerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
retourneer
do
retourneert
do

Examples of retourneren

Example in DutchTranslation in English
Bethany, vind je het erg om deze voor me te retourneren?Hey, uh, Bethany, sweetheart, do you mind returning that for me?
En, ja, ik hielp je zoon naar de universiteit, in de hoop dat je deze gunst zou retourneren, maar ik kan je niet dwingen om dat te doen, Linda.And, yes, I helped your son get into college in the hopes that you would return the favor. But I can't force you to do so, Linda.
Geachte mevrouw, hierbij retourneren wij uw akte."Dear Madam, we return the document you forwarded to us.
Kan dit retourneren ons misschien naar de dokter leiden?Returning this may possibly lead us to the doctor, yes?
Nee,er is niets dat ik kan doen om je vriendelijkheid... te retourneren.-No There's nothing I can't do to return your kindness.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

retoucheren
retouch

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?