Repasseren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of repasseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
repasseer
I do
repasseert
you do
repasseert
he/she/it does
repasseren
we do
repasseren
you all do
repasseren
they do
Present perfect tense
heb gerepasseerd
I have done
hebt gerepasseerd
you have done
heeft gerepasseerd
he/she/it has done
hebben gerepasseerd
we have done
hebben gerepasseerd
you all have done
hebben gerepasseerd
they have done
Past tense
repasseerde
I did
repasseerde
you did
repasseerde
he/she/it did
repasseerden
we did
repasseerden
you all did
repasseerden
they did
Future tense
zal repasseren
I will do
zult repasseren
you will do
zal repasseren
he/she/it will do
zullen repasseren
we will do
zullen repasseren
you all will do
zullen repasseren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou repasseren
I would do
zou repasseren
you would do
zou repasseren
he/she/it would do
zouden repasseren
we would do
zouden repasseren
you all would do
zouden repasseren
they would do
Subjunctive mood
repassere
I do
repassere
you do
repassere
he/she/it do
repassere
we do
repassere
you all do
repassere
they do
Past perfect tense
had gerepasseerd
I had done
had gerepasseerd
you had done
had gerepasseerd
he/she/it had done
hadden gerepasseerd
we had done
hadden gerepasseerd
you all had done
hadden gerepasseerd
they had done
Future perf.
zal gerepasseerd hebben
I will have done
zal gerepasseerd hebben
you will have done
zal gerepasseerd hebben
he/she/it will have done
zullen gerepasseerd hebben
we will have done
zullen gerepasseerd hebben
you all will have done
zullen gerepasseerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerepasseerd hebben
I would have done
zou gerepasseerd hebben
you would have done
zou gerepasseerd hebben
he/she/it would have done
zouden gerepasseerd hebben
we would have done
zouden gerepasseerd hebben
you all would have done
zouden gerepasseerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
repasseer
do
repasseert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

regisseren
direct

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

puddelen
publish
renderen
renationalise
rennen
run
renoveren
renovate
repareren
repair
repatriƫren
repatriate
resten
do
retrograderen
retrograde
revalueren
revalue
revancheren
vindicate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?