Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Rechtzitten (to right down) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of rechtzitten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zit recht
I right down
zit recht
you right down
zit recht
he/she/it rights down
zitten recht
we right down
zitten recht
you all right down
zitten recht
they right down
Present perfect tense
heb rechtgezeten
I have righted down
hebt rechtgezeten
you have righted down
heeft rechtgezeten
he/she/it has righted down
hebben rechtgezeten
we have righted down
hebben rechtgezeten
you all have righted down
hebben rechtgezeten
they have righted down
Past tense
zat recht
I righted down
zat recht
you righted down
zat recht
he/she/it righted down
zaten recht
we righted down
zaten recht
you all righted down
zaten recht
they righted down
Future tense
zal rechtzitten
I will right down
zult rechtzitten
you will right down
zal rechtzitten
he/she/it will right down
zullen rechtzitten
we will right down
zullen rechtzitten
you all will right down
zullen rechtzitten
they will right down
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rechtzitten
I would right down
zou rechtzitten
you would right down
zou rechtzitten
he/she/it would right down
zouden rechtzitten
we would right down
zouden rechtzitten
you all would right down
zouden rechtzitten
they would right down
Subjunctive mood
zitte recht
I right down
zitte recht
you right down
zitte recht
he/she/it right down
zitte recht
we right down
zitte recht
you all right down
zitte recht
they right down
Past perfect tense
had rechtgezeten
I had righted down
had rechtgezeten
you had righted down
had rechtgezeten
he/she/it had righted down
hadden rechtgezeten
we had righted down
hadden rechtgezeten
you all had righted down
hadden rechtgezeten
they had righted down
Future perf.
zal rechtgezeten hebben
I will have righted down
zal rechtgezeten hebben
you will have righted down
zal rechtgezeten hebben
he/she/it will have righted down
zullen rechtgezeten hebben
we will have righted down
zullen rechtgezeten hebben
you all will have righted down
zullen rechtgezeten hebben
they will have righted down
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rechtgezeten hebben
I would have righted down
zou rechtgezeten hebben
you would have righted down
zou rechtgezeten hebben
he/she/it would have righted down
zouden rechtgezeten hebben
we would have righted down
zouden rechtgezeten hebben
you all would have righted down
zouden rechtgezeten hebben
they would have righted down
Present bijzin tense
rechtzit
I right down
rechtzit
you right down
rechtzit
he/she/it rights down
rechtzitten
we right down
rechtzitten
you all right down
rechtzitten
they right down
Past bijzin tense
rechtzat
I righted down
rechtzat
you righted down
rechtzat
he/she/it righted down
rechtzaten
we righted down
rechtzaten
you all righted down
rechtzaten
they righted down
Future bijzin tense
zal rechtzitten
I will right down
zult rechtzitten
you will right down
zal rechtzitten
he/she/it will right down
zullen rechtzitten
we will right down
zullen rechtzitten
you all will right down
zullen rechtzitten
they will right down
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rechtzitten
I would right down
zou rechtzitten
you would right down
zou rechtzitten
he/she/it would right down
zouden rechtzitten
we would right down
zouden rechtzitten
you all would right down
zouden rechtzitten
they would right down
Subjunctive bijzin mood
rechtzitte
I right down
rechtzitte
you right down
rechtzitte
he/she/it right down
rechtzitte
we right down
rechtzitte
you all right down
rechtzitte
they right down
Du
Ihr
Imperative mood
zit recht
right down
zit recht
right down

Examples of rechtzitten

Example in DutchTranslation in English
Ja, kom op. KERMIT: We gaan gewoon zitten recht naar beneden en wachten.- We're gonna sit right down and wait.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dichtzitten
do
rechtzetten
rectify

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

puncteren
do
ramen
estimate
raspen
grate
reageren
react
rechtzetten
rectify
recidiveren
reoffend
recombineren
do
reconstrueren
reconstruct
refuseren
do
regeren
govern

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'right down':

None found.