Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Rechtkomen (to come right) conjugation

Dutch
9 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kom recht
komt recht
komt recht
komen recht
komen recht
komen recht
Present perfect tense
ben rechtgekomen
bent rechtgekomen
is rechtgekomen
zijn rechtgekomen
zijn rechtgekomen
zijn rechtgekomen
Past tense
kwam recht
kwam recht
kwam recht
kwamen recht
kwamen recht
kwamen recht
Future tense
zal rechtkomen
zult rechtkomen
zal rechtkomen
zullen rechtkomen
zullen rechtkomen
zullen rechtkomen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rechtkomen
zou rechtkomen
zou rechtkomen
zouden rechtkomen
zouden rechtkomen
zouden rechtkomen
Subjunctive mood
kome recht
kome recht
kome recht
kome recht
kome recht
kome recht
Past perfect tense
was rechtgekomen
was rechtgekomen
was rechtgekomen
waren rechtgekomen
waren rechtgekomen
waren rechtgekomen
Future perf.
zal rechtgekomen zijn
zal rechtgekomen zijn
zal rechtgekomen zijn
zullen rechtgekomen zijn
zullen rechtgekomen zijn
zullen rechtgekomen zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rechtgekomen zijn
zou rechtgekomen zijn
zou rechtgekomen zijn
zouden rechtgekomen zijn
zouden rechtgekomen zijn
zouden rechtgekomen zijn
Present bijzin tense
rechtkom
rechtkomt
rechtkomt
rechtkomen
rechtkomen
rechtkomen
Past bijzin tense
rechtkwam
rechtkwam
rechtkwam
rechtkwamen
rechtkwamen
rechtkwamen
Future bijzin tense
zal rechtkomen
zult rechtkomen
zal rechtkomen
zullen rechtkomen
zullen rechtkomen
zullen rechtkomen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rechtkomen
zou rechtkomen
zou rechtkomen
zouden rechtkomen
zouden rechtkomen
zouden rechtkomen
Subjunctive bijzin mood
rechtkome
rechtkome
rechtkome
rechtkome
rechtkome
rechtkome
Du
Ihr
Imperative mood
kom recht
komt recht

Examples of rechtkomen

Example in DutchTranslation in English
Hij komt recht op je af.He gets to come right at you.
Sergeant, ze komen recht op ons af. We hebben geen invalshoek.Sarge, if they come right at us, we've got no angle.
Ze komen recht op je af.They come right at you.
De eerste beer kwam recht op 'm af.The first bear came right at him. - Bam! Bam!
De klootzak draaide terug en kwam recht op ons af.I'm okay, sergeant. Son of a bitch turned around and came right back at us.
Deze kwam recht op ons af.This one last night came right down the middle.
Dus ik holde de straat op, hield een taxi tegen en kwam recht hierheen.So, I popped out on the street, hailed a cab, and came right here.
Het kwam recht op me af.I got it. It came right at me.
Ik weet het niet, ze kwamen recht op me af.They came right at me.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

terechtkomen
end up

Random

prevelen
mutter
pulsen
do
punten
do
raadplegen
consult
raseren
do
rechthouden
keep right
rechtmaken
straighten
redevoeren
reason conduct
reflecteren
reflect
refluxen
reflux

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'come right':

None found.