Quadrilleren (to dance a quadrille) conjugation

Dutch

Conjugation of quadrilleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
quadrilleer
I dance a quadrille
quadrilleert
you dance a quadrille
quadrilleert
he/she/it dances a quadrille
quadrilleren
we dance a quadrille
quadrilleren
you all dance a quadrille
quadrilleren
they dance a quadrille
Present perfect tense
heb gequadrilleerd
I have danced a quadrille
hebt gequadrilleerd
you have danced a quadrille
heeft gequadrilleerd
he/she/it has danced a quadrille
hebben gequadrilleerd
we have danced a quadrille
hebben gequadrilleerd
you all have danced a quadrille
hebben gequadrilleerd
they have danced a quadrille
Past tense
quadrilleerde
I danced a quadrille
quadrilleerde
you danced a quadrille
quadrilleerde
he/she/it danced a quadrille
quadrilleerden
we danced a quadrille
quadrilleerden
you all danced a quadrille
quadrilleerden
they danced a quadrille
Future tense
zal quadrilleren
I will dance a quadrille
zult quadrilleren
you will dance a quadrille
zal quadrilleren
he/she/it will dance a quadrille
zullen quadrilleren
we will dance a quadrille
zullen quadrilleren
you all will dance a quadrille
zullen quadrilleren
they will dance a quadrille
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou quadrilleren
I would dance a quadrille
zou quadrilleren
you would dance a quadrille
zou quadrilleren
he/she/it would dance a quadrille
zouden quadrilleren
we would dance a quadrille
zouden quadrilleren
you all would dance a quadrille
zouden quadrilleren
they would dance a quadrille
Subjunctive mood
quadrillere
I dance a quadrille
quadrillere
you dance a quadrille
quadrillere
he/she/it dance a quadrille
quadrillere
we dance a quadrille
quadrillere
you all dance a quadrille
quadrillere
they dance a quadrille
Past perfect tense
had gequadrilleerd
I had danced a quadrille
had gequadrilleerd
you had danced a quadrille
had gequadrilleerd
he/she/it had danced a quadrille
hadden gequadrilleerd
we had danced a quadrille
hadden gequadrilleerd
you all had danced a quadrille
hadden gequadrilleerd
they had danced a quadrille
Future perf.
zal gequadrilleerd hebben
I will have danced a quadrille
zal gequadrilleerd hebben
you will have danced a quadrille
zal gequadrilleerd hebben
he/she/it will have danced a quadrille
zullen gequadrilleerd hebben
we will have danced a quadrille
zullen gequadrilleerd hebben
you all will have danced a quadrille
zullen gequadrilleerd hebben
they will have danced a quadrille
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gequadrilleerd hebben
I would have danced a quadrille
zou gequadrilleerd hebben
you would have danced a quadrille
zou gequadrilleerd hebben
he/she/it would have danced a quadrille
zouden gequadrilleerd hebben
we would have danced a quadrille
zouden gequadrilleerd hebben
you all would have danced a quadrille
zouden gequadrilleerd hebben
they would have danced a quadrille
Du
Ihr
Imperative mood
quadrilleer
dance a quadrille
quadrilleert
dance a quadrille

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

quadrupleren
quadruple

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dance a quadrille':

None found.
Learning languages?