Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overwelven (to overpower) conjugation

Dutch

Conjugation of overwelven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overwelf
I overpower
overwelft
you overpower
overwelft
he/she/it overpowers
overwelven
we overpower
overwelven
you all overpower
overwelven
they overpower
Present perfect tense
heb overwelfd
I have overpowered
hebt overwelfd
you have overpowered
heeft overwelfd
he/she/it has overpowered
hebben overwelfd
we have overpowered
hebben overwelfd
you all have overpowered
hebben overwelfd
they have overpowered
Past tense
overwelfde
I overpowered
overwelfde
you overpowered
overwelfde
he/she/it overpowered
overwelfden
we overpowered
overwelfden
you all overpowered
overwelfden
they overpowered
Future tense
zal overwelven
I will overpower
zult overwelven
you will overpower
zal overwelven
he/she/it will overpower
zullen overwelven
we will overpower
zullen overwelven
you all will overpower
zullen overwelven
they will overpower
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overwelven
I would overpower
zou overwelven
you would overpower
zou overwelven
he/she/it would overpower
zouden overwelven
we would overpower
zouden overwelven
you all would overpower
zouden overwelven
they would overpower
Subjunctive mood
overwelve
I overpower
overwelve
you overpower
overwelve
he/she/it overpower
overwelve
we overpower
overwelve
you all overpower
overwelve
they overpower
Past perfect tense
had overwelfd
I had overpowered
had overwelfd
you had overpowered
had overwelfd
he/she/it had overpowered
hadden overwelfd
we had overpowered
hadden overwelfd
you all had overpowered
hadden overwelfd
they had overpowered
Future perf.
zal overwelfd hebben
I will have overpowered
zal overwelfd hebben
you will have overpowered
zal overwelfd hebben
he/she/it will have overpowered
zullen overwelfd hebben
we will have overpowered
zullen overwelfd hebben
you all will have overpowered
zullen overwelfd hebben
they will have overpowered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overwelfd hebben
I would have overpowered
zou overwelfd hebben
you would have overpowered
zou overwelfd hebben
he/she/it would have overpowered
zouden overwelfd hebben
we would have overpowered
zouden overwelfd hebben
you all would have overpowered
zouden overwelfd hebben
they would have overpowered
Du
Ihr
Imperative mood
overwelf
overpower
overwelft
overpower

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overwerken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overkluizen
overarch
overkoken
overboil
overleven
survive
overvaren
do
oververtellen
tell about
overweldigen
overpower
overwerken
do
overwinnen
do
pakken
take
paralyseren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'overpower':

None found.