Overtrouwen (to do) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of overtrouwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
trouw over
I do
trouwt over
you do
trouwt over
he/she/it does
trouwen over
we do
trouwen over
you all do
trouwen over
they do
Present perfect tense
ben overgetrouwd
I have done
bent overgetrouwd
you have done
is overgetrouwd
he/she/it has done
zijn overgetrouwd
we have done
zijn overgetrouwd
you all have done
zijn overgetrouwd
they have done
Past tense
trouwde over
I did
trouwde over
you did
trouwde over
he/she/it did
trouwden over
we did
trouwden over
you all did
trouwden over
they did
Future tense
zal overtrouwen
I will do
zult overtrouwen
you will do
zal overtrouwen
he/she/it will do
zullen overtrouwen
we will do
zullen overtrouwen
you all will do
zullen overtrouwen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overtrouwen
I would do
zou overtrouwen
you would do
zou overtrouwen
he/she/it would do
zouden overtrouwen
we would do
zouden overtrouwen
you all would do
zouden overtrouwen
they would do
Subjunctive mood
trouwe over
I do
trouwe over
you do
trouwe over
he/she/it do
trouwe over
we do
trouwe over
you all do
trouwe over
they do
Past perfect tense
was overgetrouwd
I had done
was overgetrouwd
you had done
was overgetrouwd
he/she/it had done
waren overgetrouwd
we had done
waren overgetrouwd
you all had done
waren overgetrouwd
they had done
Future perf.
zal overgetrouwd zijn
I will have done
zal overgetrouwd zijn
you will have done
zal overgetrouwd zijn
he/she/it will have done
zullen overgetrouwd zijn
we will have done
zullen overgetrouwd zijn
you all will have done
zullen overgetrouwd zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgetrouwd zijn
I would have done
zou overgetrouwd zijn
you would have done
zou overgetrouwd zijn
he/she/it would have done
zouden overgetrouwd zijn
we would have done
zouden overgetrouwd zijn
you all would have done
zouden overgetrouwd zijn
they would have done
Present bijzin tense
overtrouw
I do
overtrouwt
you do
overtrouwt
he/she/it does
overtrouwen
we do
overtrouwen
you all do
overtrouwen
they do
Past bijzin tense
overtrouwde
I did
overtrouwde
you did
overtrouwde
he/she/it did
overtrouwden
we did
overtrouwden
you all did
overtrouwden
they did
Future bijzin tense
zal overtrouwen
I will do
zult overtrouwen
you will do
zal overtrouwen
he/she/it will do
zullen overtrouwen
we will do
zullen overtrouwen
you all will do
zullen overtrouwen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overtrouwen
I would do
zou overtrouwen
you would do
zou overtrouwen
he/she/it would do
zouden overtrouwen
we would do
zouden overtrouwen
you all would do
zouden overtrouwen
they would do
Subjunctive bijzin mood
overtrouwe
I do
overtrouwe
you do
overtrouwe
he/she/it do
overtrouwe
we do
overtrouwe
you all do
overtrouwe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
trouw over
do
trouwt
do

Examples of overtrouwen

Example in DutchTranslation in English
De Edo-god waakt trouw over zijn kinderen.It seems the Edo's god is very protective of its children.
Ja, ik trouw over een week en zou nu nog een tijdje met m'n vriendin door willen brengen.Well, yeah. I'm getting married in a week and I'd just like to have one last fling... with my best friend before I walk down the aisle.
Maandag moet ik weten of we de band willen... want ik trouw over 71 dagen en we hebben nog geen...I have to see this band, 'cause we have to make a decision by Monday, 'cause I'm getting married in 71 days, and we still don't have... Shh.
We trouwen over twee weken of je het leuk vindt of niet.I am marrying your father in two weeks, whether you like it or not. So I suggest you do not tangle with me anymore. You are in way over your head.
"Wat u moet weten voor u met een oosterse trouwt.""Things you are required to know and do before marrying Orientals."
'"Het maakt me niet uit met wie je trouwt.'"It doesn't matter to me who you marry.
'Britney' moet weduwe worden voordat ze trouwt.Make Britney a widow before she's a wife.
'De dochter van de don trouwt morgen."The don's daughter is getting married tomorrow.
- Als ze trouwt, dan is het voor altijd.Once Marian is married it can never be undone.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overtroeven
overtrump

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opspuwen
do
opzoeken
visit
overhoopsmijten
turn upside down
overroeien
do
overschrijden
exceed
overtreffen
exceed
overtroeven
overtrump
overtuigen
convince
overwinteren
overwinter
ovuleren
ovulate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?