Overtikken (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of overtikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tik over
I do
tikt over
you do
tikt over
he/she/it does
tikken over
we do
tikken over
you all do
tikken over
they do
Present perfect tense
heb overgetikt
I have done
hebt overgetikt
you have done
heeft overgetikt
he/she/it has done
hebben overgetikt
we have done
hebben overgetikt
you all have done
hebben overgetikt
they have done
Past tense
tikte over
I did
tikte over
you did
tikte over
he/she/it did
tikten over
we did
tikten over
you all did
tikten over
they did
Future tense
zal overtikken
I will do
zult overtikken
you will do
zal overtikken
he/she/it will do
zullen overtikken
we will do
zullen overtikken
you all will do
zullen overtikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overtikken
I would do
zou overtikken
you would do
zou overtikken
he/she/it would do
zouden overtikken
we would do
zouden overtikken
you all would do
zouden overtikken
they would do
Subjunctive mood
tikke over
I do
tikke over
you do
tikke over
he/she/it do
tikke over
we do
tikke over
you all do
tikke over
they do
Past perfect tense
had overgetikt
I had done
had overgetikt
you had done
had overgetikt
he/she/it had done
hadden overgetikt
we had done
hadden overgetikt
you all had done
hadden overgetikt
they had done
Future perf.
zal overgetikt hebben
I will have done
zal overgetikt hebben
you will have done
zal overgetikt hebben
he/she/it will have done
zullen overgetikt hebben
we will have done
zullen overgetikt hebben
you all will have done
zullen overgetikt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgetikt hebben
I would have done
zou overgetikt hebben
you would have done
zou overgetikt hebben
he/she/it would have done
zouden overgetikt hebben
we would have done
zouden overgetikt hebben
you all would have done
zouden overgetikt hebben
they would have done
Present bijzin tense
overtik
I do
overtikt
you do
overtikt
he/she/it does
overtikken
we do
overtikken
you all do
overtikken
they do
Past bijzin tense
overtikte
I did
overtikte
you did
overtikte
he/she/it did
overtikten
we did
overtikten
you all did
overtikten
they did
Future bijzin tense
zal overtikken
I will do
zult overtikken
you will do
zal overtikken
he/she/it will do
zullen overtikken
we will do
zullen overtikken
you all will do
zullen overtikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overtikken
I would do
zou overtikken
you would do
zou overtikken
he/she/it would do
zouden overtikken
we would do
zouden overtikken
you all would do
zouden overtikken
they would do
Subjunctive bijzin mood
overtikke
I do
overtikke
you do
overtikke
he/she/it do
overtikke
we do
overtikke
you all do
overtikke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
tik over
do
tikt
do

Examples of overtikken

Example in DutchTranslation in English
"De klok tikt het is bijna gedaan"Time is ticking It's almost done
'Zo tikt de kerstklok..."Counting down the Christmas clock
'Zoals het klokje thuis tikt' Dat heb ik al zo vaak gehoord.You don't have to give me the "there's no place like home" speech. I've heard it.
- En de tijd tikt door. Willen we werkelijk alles op hem zetten?- And with time slipping away, do we really want to put all our eggs in one basket?
- Het interesseert mij niet wie ze tikt.-I don't care who types them up.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overdekken
suffuse
overtillen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opvorderen
commandeer
overgaan
change
overnoemen
rename
overschaduwen
overshadow
overstappen
change
overtellen
recount
overtillen
do
overwinnen
do
paaldansen
pole dancing
pagineren
paginate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?