Oversturen (to oversteer) conjugation

Dutch

Conjugation of oversturen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stuur over
I oversteer
stuurt over
you oversteer
stuurt over
he/she/it oversteers
sturen over
we oversteer
sturen over
you all oversteer
sturen over
they oversteer
Present perfect tense
heb overgestuurd
I have oversteered
hebt overgestuurd
you have oversteered
heeft overgestuurd
he/she/it has oversteered
hebben overgestuurd
we have oversteered
hebben overgestuurd
you all have oversteered
hebben overgestuurd
they have oversteered
Past tense
stuurde over
I oversteered
stuurde over
you oversteered
stuurde over
he/she/it oversteered
stuurden over
we oversteered
stuurden over
you all oversteered
stuurden over
they oversteered
Future tense
zal oversturen
I will oversteer
zult oversturen
you will oversteer
zal oversturen
he/she/it will oversteer
zullen oversturen
we will oversteer
zullen oversturen
you all will oversteer
zullen oversturen
they will oversteer
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou oversturen
I would oversteer
zou oversturen
you would oversteer
zou oversturen
he/she/it would oversteer
zouden oversturen
we would oversteer
zouden oversturen
you all would oversteer
zouden oversturen
they would oversteer
Subjunctive mood
sture over
I oversteer
sture over
you oversteer
sture over
he/she/it oversteer
sture over
we oversteer
sture over
you all oversteer
sture over
they oversteer
Past perfect tense
had overgestuurd
I had oversteered
had overgestuurd
you had oversteered
had overgestuurd
he/she/it had oversteered
hadden overgestuurd
we had oversteered
hadden overgestuurd
you all had oversteered
hadden overgestuurd
they had oversteered
Future perf.
zal overgestuurd hebben
I will have oversteered
zal overgestuurd hebben
you will have oversteered
zal overgestuurd hebben
he/she/it will have oversteered
zullen overgestuurd hebben
we will have oversteered
zullen overgestuurd hebben
you all will have oversteered
zullen overgestuurd hebben
they will have oversteered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgestuurd hebben
I would have oversteered
zou overgestuurd hebben
you would have oversteered
zou overgestuurd hebben
he/she/it would have oversteered
zouden overgestuurd hebben
we would have oversteered
zouden overgestuurd hebben
you all would have oversteered
zouden overgestuurd hebben
they would have oversteered
Present bijzin tense
overstuur
I oversteer
overstuurt
you oversteer
overstuurt
he/she/it oversteers
oversturen
we oversteer
oversturen
you all oversteer
oversturen
they oversteer
Past bijzin tense
overstuurde
I oversteered
overstuurde
you oversteered
overstuurde
he/she/it oversteered
overstuurden
we oversteered
overstuurden
you all oversteered
overstuurden
they oversteered
Future bijzin tense
zal oversturen
I will oversteer
zult oversturen
you will oversteer
zal oversturen
he/she/it will oversteer
zullen oversturen
we will oversteer
zullen oversturen
you all will oversteer
zullen oversturen
they will oversteer
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou oversturen
I would oversteer
zou oversturen
you would oversteer
zou oversturen
he/she/it would oversteer
zouden oversturen
we would oversteer
zouden oversturen
you all would oversteer
zouden oversturen
they would oversteer
Subjunctive bijzin mood
oversture
I oversteer
oversture
you oversteer
oversture
he/she/it oversteer
oversture
we oversteer
oversture
you all oversteer
oversture
they oversteer
Du
Ihr
Imperative mood
stuur over
oversteer
stuurt
oversteer

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

oversparen
on savings
oversteken
cross

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overlopen
overflow
overnemen
spend the night
overseinen
transmit
overspuiten
refinish
overstelpen
overwhelm
overstromen
overflow
overtappen
decant
overwaaien
blow over
overwaarderen
overestimate
paardjerijden
horse riding

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'oversteer':

None found.
Learning languages?