Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overschieten (to overshoot) conjugation

Dutch
3 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schiet over
schiet over
schiet over
schieten over
schieten over
schieten over
Present perfect tense
heb overgeschoten
hebt overgeschoten
heeft overgeschoten
hebben overgeschoten
hebben overgeschoten
hebben overgeschoten
Past tense
schoot over
schoot over
schoot over
schoten over
schoten over
schoten over
Future tense
zal overschieten
zult overschieten
zal overschieten
zullen overschieten
zullen overschieten
zullen overschieten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overschieten
zou overschieten
zou overschieten
zouden overschieten
zouden overschieten
zouden overschieten
Subjunctive mood
schiete over
schiete over
schiete over
schiete over
schiete over
schiete over
Past perfect tense
had overgeschoten
had overgeschoten
had overgeschoten
hadden overgeschoten
hadden overgeschoten
hadden overgeschoten
Future perf.
zal overgeschoten hebben
zal overgeschoten hebben
zal overgeschoten hebben
zullen overgeschoten hebben
zullen overgeschoten hebben
zullen overgeschoten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgeschoten hebben
zou overgeschoten hebben
zou overgeschoten hebben
zouden overgeschoten hebben
zouden overgeschoten hebben
zouden overgeschoten hebben
Present bijzin tense
overschiet
overschiet
overschiet
overschieten
overschieten
overschieten
Past bijzin tense
overschoot
overschoot
overschoot
overschoten
overschoten
overschoten
Future bijzin tense
zal overschieten
zult overschieten
zal overschieten
zullen overschieten
zullen overschieten
zullen overschieten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overschieten
zou overschieten
zou overschieten
zouden overschieten
zouden overschieten
zouden overschieten
Subjunctive bijzin mood
overschiete
overschiete
overschiete
overschiete
overschiete
overschiete
Du
Ihr
Imperative mood
schiet over
schiet

Examples of overschieten

Example in DutchTranslation in English
schiet
Je schiet door.		- You'll overshoot.
Je schiet er voorbij voordat je stopt.You're gonna overshoot before you stop.
Straks schiet je over het veld heen.You'll overshoot the field!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

neerschieten
shoot
overschatten
overrate

Similar but longer

omverschieten
shoot down

Random

overgaan
change
overkrijgen
do
overpeinzen
cogitate
overpraten
talk about
overschakelen
switch over
overscheppen
do
overschilderen
recoat
overspelen
replay
oververven
overdye
overvloeien
overflow

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'overshoot':

None found.