Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overmannen (to overpower) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of overmannen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overman
I overpower
overmant
you overpower
overmant
he/she/it overpowers
overmannen
we overpower
overmannen
you all overpower
overmannen
they overpower
Present perfect tense
heb overmand
I have overpowered
hebt overmand
you have overpowered
heeft overmand
he/she/it has overpowered
hebben overmand
we have overpowered
hebben overmand
you all have overpowered
hebben overmand
they have overpowered
Past tense
overmande
I overpowered
overmande
you overpowered
overmande
he/she/it overpowered
overmanden
we overpowered
overmanden
you all overpowered
overmanden
they overpowered
Future tense
zal overmannen
I will overpower
zult overmannen
you will overpower
zal overmannen
he/she/it will overpower
zullen overmannen
we will overpower
zullen overmannen
you all will overpower
zullen overmannen
they will overpower
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overmannen
I would overpower
zou overmannen
you would overpower
zou overmannen
he/she/it would overpower
zouden overmannen
we would overpower
zouden overmannen
you all would overpower
zouden overmannen
they would overpower
Subjunctive mood
overmanne
I overpower
overmanne
you overpower
overmanne
he/she/it overpower
overmanne
we overpower
overmanne
you all overpower
overmanne
they overpower
Past perfect tense
had overmand
I had overpowered
had overmand
you had overpowered
had overmand
he/she/it had overpowered
hadden overmand
we had overpowered
hadden overmand
you all had overpowered
hadden overmand
they had overpowered
Future perf.
zal overmand hebben
I will have overpowered
zal overmand hebben
you will have overpowered
zal overmand hebben
he/she/it will have overpowered
zullen overmand hebben
we will have overpowered
zullen overmand hebben
you all will have overpowered
zullen overmand hebben
they will have overpowered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overmand hebben
I would have overpowered
zou overmand hebben
you would have overpowered
zou overmand hebben
he/she/it would have overpowered
zouden overmand hebben
we would have overpowered
zouden overmand hebben
you all would have overpowered
zouden overmand hebben
they would have overpowered
Du
Ihr
Imperative mood
overman
overpower
overmant
overpower

Examples of overmannen

Example in DutchTranslation in English
Ik slaagd er maar net in om hem te overmannenI only just managed to overpower him.
Ned, je moet haar overmannen.Ned, you're supposed to overpower her.
Dat is onze kans, ik overman ze en kom dan terug voor jou.That's our chance. I'll overpower them. Then I'll come back for you.
Ja, lieverd, je voorvader, Archibald Fritton, de knappe zeeschuimer, die het schip entert, de crew overmant, en er met de schat vandoor gaat.Yes, dear, our ancestor, Archibald Fritton, handsome sea dog, who boards the ship, overpowers the crew and makes off with the treasure.
Ik denk dat iemand haar overmand heeft.I think someone overpowered her.
We moeten hem laten weten dat hij overmand is voordat hij daar mee verder gaat!We gotta let him know that he's overpowered before he can take this thing any further.
Z'n knokkels en knieën wijzen erop... dat hij overmand werd in een worsteling.His knuckles and his knees suggest that he was overpowered in a hand-to-hand struggle.
Ze zullen overmand en gevangen worden.They will be overpowered and captured.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overpennen
do
overwinnen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opzadelen
saddle up
overbrengen
convey
overdenken
think
overhoopsmijten
turn upside down
overleggen
leave
overmaken
make over
overmeesteren
overpower
overplanten
transplant
overschepen
transfuse
overslaan
skip

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'overpower':

None found.