Overgroeien (to overgrow) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of overgroeien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overgroei
I overgrow
overgroeit
you overgrow
overgroeit
he/she/it overgrows
overgroeien
we overgrow
overgroeien
you all overgrow
overgroeien
they overgrow
Present perfect tense
heb overgroeid
I have overgrown
hebt overgroeid
you have overgrown
heeft overgroeid
he/she/it has overgrown
hebben overgroeid
we have overgrown
hebben overgroeid
you all have overgrown
hebben overgroeid
they have overgrown
Past tense
overgroeide
I overgrew
overgroeide
you overgrew
overgroeide
he/she/it overgrew
overgroeiden
we overgrew
overgroeiden
you all overgrew
overgroeiden
they overgrew
Future tense
zal overgroeien
I will overgrow
zult overgroeien
you will overgrow
zal overgroeien
he/she/it will overgrow
zullen overgroeien
we will overgrow
zullen overgroeien
you all will overgrow
zullen overgroeien
they will overgrow
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overgroeien
I would overgrow
zou overgroeien
you would overgrow
zou overgroeien
he/she/it would overgrow
zouden overgroeien
we would overgrow
zouden overgroeien
you all would overgrow
zouden overgroeien
they would overgrow
Subjunctive mood
overgroeie
I overgrow
overgroeie
you overgrow
overgroeie
he/she/it overgrow
overgroeie
we overgrow
overgroeie
you all overgrow
overgroeie
they overgrow
Past perfect tense
had overgroeid
I had overgrown
had overgroeid
you had overgrown
had overgroeid
he/she/it had overgrown
hadden overgroeid
we had overgrown
hadden overgroeid
you all had overgrown
hadden overgroeid
they had overgrown
Future perf.
zal overgroeid hebben
I will have overgrown
zal overgroeid hebben
you will have overgrown
zal overgroeid hebben
he/she/it will have overgrown
zullen overgroeid hebben
we will have overgrown
zullen overgroeid hebben
you all will have overgrown
zullen overgroeid hebben
they will have overgrown
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgroeid hebben
I would have overgrown
zou overgroeid hebben
you would have overgrown
zou overgroeid hebben
he/she/it would have overgrown
zouden overgroeid hebben
we would have overgrown
zouden overgroeid hebben
you all would have overgrown
zouden overgroeid hebben
they would have overgrown
Du
Ihr
Imperative mood
overgroei
overgrow
overgroeit
overgrow

Examples of overgroeien

Example in DutchTranslation in English
Als er nitraat radicalen aanwezig waren, kan het een snelle, enorme overgroei gestimuleerd hebben.If there was a nitrate radical present, it could've stimulated rapid, massive overgrowth.
- Nee, die zo overgroeid is.- No, not that one. The overgrown one.
En kijk eens hoe overgroeid de bomen zijn.Well, look how overgrown all these trees are!
Het kan overgroeid zijn.It could be overgrown.
Het park is overgroeid dichtbij de noordoostelijke hoek... met hoog gras, meidoorn, lavendel en brandnetels.The park gets overgrown towards the north eastern corner. Long grass, hawthorn, lavender, nettle beds.
Kijk, in de afgelopen 10.000 jaar is het waarschijnlijk overgroeid door het bos.Look in the intervening 10,000 years, the whole thing... must have been overgrown by the forest.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overvloeien
overflow

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opstaan
stand up
orakelen
oracle
ordenen
arrange
overeenbrengen
reconcile with
overerven
inherit
overgooien
do
overhaasten
haste
overliggen
do
overmaken
make over
overpennen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'overgrow':

None found.
Learning languages?