Overdenken (to think) conjugation

Dutch
21 examples

Conjugation of overdenken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
overdenk
I think
overdenkt
you think
overdenkt
he/she/it thinks
overdenken
we think
overdenken
you all think
overdenken
they think
Present perfect tense
heb overdacht
I have thought
hebt overdacht
you have thought
heeft overdacht
he/she/it has thought
hebben overdacht
we have thought
hebben overdacht
you all have thought
hebben overdacht
they have thought
Past tense
overdacht
I thought
overdacht
you thought
overdacht
he/she/it thought
overdachten
we thought
overdachten
you all thought
overdachten
they thought
Future tense
zal overdenken
I will think
zult overdenken
you will think
zal overdenken
he/she/it will think
zullen overdenken
we will think
zullen overdenken
you all will think
zullen overdenken
they will think
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overdenken
I would think
zou overdenken
you would think
zou overdenken
he/she/it would think
zouden overdenken
we would think
zouden overdenken
you all would think
zouden overdenken
they would think
Subjunctive mood
overdenke
I think
overdenke
you think
overdenke
he/she/it think
overdenke
we think
overdenke
you all think
overdenke
they think
Past perfect tense
had overdacht
I had thought
had overdacht
you had thought
had overdacht
he/she/it had thought
hadden overdacht
we had thought
hadden overdacht
you all had thought
hadden overdacht
they had thought
Future perf.
zal overdacht hebben
I will have thought
zal overdacht hebben
you will have thought
zal overdacht hebben
he/she/it will have thought
zullen overdacht hebben
we will have thought
zullen overdacht hebben
you all will have thought
zullen overdacht hebben
they will have thought
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overdacht hebben
I would have thought
zou overdacht hebben
you would have thought
zou overdacht hebben
he/she/it would have thought
zouden overdacht hebben
we would have thought
zouden overdacht hebben
you all would have thought
zouden overdacht hebben
they would have thought
Du
Ihr
Imperative mood
overdenk
think
overdenkt
think

Examples of overdenken

Example in DutchTranslation in English
- Brent heeft gelijk, we moeten dit overdenken.Brent's right, we should think about this.
- Ik zit alles te overdenken.Nothing. I'm just thinking about my next move.
- Je mag er zo niet overdenken.- Don't think of it in that way.
- Mijn leven overdenken.I want to go home and rethink my life.
Alles overdenken.- we've got to think about it. yes. l mean, it's a big decision.
Als ik zo deze affaire overdenk. zou je kunnen leren de wereld van een andere kant te bekijken.I'm thinking, through this affair, you may learn to view the world in a different way.
Doe even rustig... en overdenk het nog eens.Just calm down a moment, and think this through.
En jij denkt dat ik dit overdenk?And you think I'm over-thinking this?
Het wordt tijd dat ik mijn leven eens overdenk.I think it's apparent I need to rethink my life a little bit.
Ik overdenk alles heel goed.I think intensely.
- Als je dat zelfs maar overdenkt... dan ken je mij maar slecht.If you think that's even a possibility, you don't know me very well.
- Hij overdenkt het.- He's thinking it over.
Als je nu overdenkt... hoe het was om haar te doden?Are you thinking about it now? What it felt like to kill CJ?
Apophis overdenkt de zaak even.Apophis is thinking the whole deal over.
Beloof dat je het overdenkt.Okay, promise me you'll think about it.
- Heb je dit overdacht?You haven't even thought this through, have you?
Als u alles had overdacht, had u zich nooit hierin laten meeslepen.Ms. Scholl, if you had thought about all this, you would have never gotten involved in these activities.
Dat overdacht je al, anders was je al naar de politie.I guess you must have thought of that or you would have gone to the cops.
DeeDee, heb je dit echt wel goed overdacht ?Dee Dee, are you sure you thought this through?
Deze divan vond hij waarschijnlijk verschrikkelijk door de zware gedachten, die hij overdacht, wanneer hij erop lag.This couch had become a dread, because of the oppressive thoughts that kept turning over in his mind when he lay there.
We overdachten het nooit.We never thought it through.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overdekken
suffuse

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opstarten
do
optuigen
decorate
ordonneren
ordain
orkestreren
orchestrate
ornamenteren
ornament honor
overbruggen
bridge
overdekken
suffuse
overdoen
make over
overdragen
transfer
overlasten
on charges

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'think':

None found.
Learning languages?