Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opwaarderen (to upgrade) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of opwaarderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
waardeer op
I upgrade
waardeert op
you upgrade
waardeert op
he/she/it upgrades
waarderen op
we upgrade
waarderen op
you all upgrade
waarderen op
they upgrade
Present perfect tense
heb opgewaardeerd
I have upgraded
hebt opgewaardeerd
you have upgraded
heeft opgewaardeerd
he/she/it has upgraded
hebben opgewaardeerd
we have upgraded
hebben opgewaardeerd
you all have upgraded
hebben opgewaardeerd
they have upgraded
Past tense
waardeerde op
I upgraded
waardeerde op
you upgraded
waardeerde op
he/she/it upgraded
waardeerden op
we upgraded
waardeerden op
you all upgraded
waardeerden op
they upgraded
Future tense
zal opwaarderen
I will upgrade
zult opwaarderen
you will upgrade
zal opwaarderen
he/she/it will upgrade
zullen opwaarderen
we will upgrade
zullen opwaarderen
you all will upgrade
zullen opwaarderen
they will upgrade
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opwaarderen
I would upgrade
zou opwaarderen
you would upgrade
zou opwaarderen
he/she/it would upgrade
zouden opwaarderen
we would upgrade
zouden opwaarderen
you all would upgrade
zouden opwaarderen
they would upgrade
Subjunctive mood
waardere op
I upgrade
waardere op
you upgrade
waardere op
he/she/it upgrade
waardere op
we upgrade
waardere op
you all upgrade
waardere op
they upgrade
Past perfect tense
had opgewaardeerd
I had upgraded
had opgewaardeerd
you had upgraded
had opgewaardeerd
he/she/it had upgraded
hadden opgewaardeerd
we had upgraded
hadden opgewaardeerd
you all had upgraded
hadden opgewaardeerd
they had upgraded
Future perf.
zal opgewaardeerd hebben
I will have upgraded
zal opgewaardeerd hebben
you will have upgraded
zal opgewaardeerd hebben
he/she/it will have upgraded
zullen opgewaardeerd hebben
we will have upgraded
zullen opgewaardeerd hebben
you all will have upgraded
zullen opgewaardeerd hebben
they will have upgraded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgewaardeerd hebben
I would have upgraded
zou opgewaardeerd hebben
you would have upgraded
zou opgewaardeerd hebben
he/she/it would have upgraded
zouden opgewaardeerd hebben
we would have upgraded
zouden opgewaardeerd hebben
you all would have upgraded
zouden opgewaardeerd hebben
they would have upgraded
Present bijzin tense
opwaardeer
I upgrade
opwaardeert
you upgrade
opwaardeert
he/she/it upgrades
opwaarderen
we upgrade
opwaarderen
you all upgrade
opwaarderen
they upgrade
Past bijzin tense
opwaardeerde
I upgraded
opwaardeerde
you upgraded
opwaardeerde
he/she/it upgraded
opwaardeerden
we upgraded
opwaardeerden
you all upgraded
opwaardeerden
they upgraded
Future bijzin tense
zal opwaarderen
I will upgrade
zult opwaarderen
you will upgrade
zal opwaarderen
he/she/it will upgrade
zullen opwaarderen
we will upgrade
zullen opwaarderen
you all will upgrade
zullen opwaarderen
they will upgrade
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opwaarderen
I would upgrade
zou opwaarderen
you would upgrade
zou opwaarderen
he/she/it would upgrade
zouden opwaarderen
we would upgrade
zouden opwaarderen
you all would upgrade
zouden opwaarderen
they would upgrade
Subjunctive bijzin mood
opwaardere
I upgrade
opwaardere
you upgrade
opwaardere
he/she/it upgrade
opwaardere
we upgrade
opwaardere
you all upgrade
opwaardere
they upgrade
Du
Ihr
Imperative mood
waardeer op
upgrade
waardeert op
upgrade

Examples of opwaarderen

Example in DutchTranslation in English
Als we concurrerend willen zijn met de rest van de topspelers... dan zullen we onze digitale mediabronnen moeten opwaarderen.If we wanna be truly competitive with the rest of the top tier... then we're gonna need to upgrade our digital media resources.
En ik heb ons laten opwaarderen tot de koninklijke suite met een eigen balkon.And I got us upgraded to a royalty suite With a private balcony.
Ik haat verhuizen, dus we kunnen misschien nu alles nemen wat we willen, zodat we later niet hoeven opwaarderen.I hate moving, so we might as well get everything we want now, so we don't have to upgrade later.
Ik moet mijn systeem opwaarderen.I need to upgrade my system.
Ik moet mijn transportatie opwaarderen.I need to upgrade my transportation.
Als Kord opgewaardeerd hun veiligheid, Ze waarschijnlijk verbeterd hun reactie tijd.If Kord upgraded their security, they probably improved their response time.
Artsen bij het All Saints Hospital hebben agent Donnie Wallace van kritiek naar ernstig opgewaardeerd.Doctors at All Saints Hospital upgraded Officer Donnie Wallace from critical to serious condition.
Dat kon die nacht niet. De software die de automatische wissel regelt werd opgewaardeerd en schakelde de wissel bij km elf uit, precies op het moment dat de 40-94 zou zijn aangekomen.the software that controls the automatic crossover switch was being upgraded, shutting down the switch at mile 7 at exactly the moment the 40-94 would have arrived.
De kalibratie van zijn handgevoeligheid moet uitstaan, waarschijnlijk vanwege zijn opgewaardeerd lichaam.The calibration of his hand touch receptors must be off. Probably because of his upgraded body.
Deze is opgewaardeerd naar een categorie vier orkaan.It has now been upgraded to a category 4 hurricane.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afwaarderen
downgrade

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opstarten
do
opvaren
moderate
opverven
do
opvissen
fish up
opvliegen
fly up
opwaaien
do
opwachten
waylay
opwerken
work up
oren
ordain
overacteren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'upgrade':

None found.