Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opvorderen (to commandeer) conjugation

Dutch
8 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vorder op
vordert op
vordert op
vorderen op
vorderen op
vorderen op
Present perfect tense
heb opgevorderd
hebt opgevorderd
heeft opgevorderd
hebben opgevorderd
hebben opgevorderd
hebben opgevorderd
Past tense
vorderde op
vorderde op
vorderde op
vorderden op
vorderden op
vorderden op
Future tense
zal opvorderen
zult opvorderen
zal opvorderen
zullen opvorderen
zullen opvorderen
zullen opvorderen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opvorderen
zou opvorderen
zou opvorderen
zouden opvorderen
zouden opvorderen
zouden opvorderen
Subjunctive mood
vordere op
vordere op
vordere op
vordere op
vordere op
vordere op
Past perfect tense
had opgevorderd
had opgevorderd
had opgevorderd
hadden opgevorderd
hadden opgevorderd
hadden opgevorderd
Future perf.
zal opgevorderd hebben
zal opgevorderd hebben
zal opgevorderd hebben
zullen opgevorderd hebben
zullen opgevorderd hebben
zullen opgevorderd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgevorderd hebben
zou opgevorderd hebben
zou opgevorderd hebben
zouden opgevorderd hebben
zouden opgevorderd hebben
zouden opgevorderd hebben
Present bijzin tense
opvorder
opvordert
opvordert
opvorderen
opvorderen
opvorderen
Past bijzin tense
opvorderde
opvorderde
opvorderde
opvorderden
opvorderden
opvorderden
Future bijzin tense
zal opvorderen
zult opvorderen
zal opvorderen
zullen opvorderen
zullen opvorderen
zullen opvorderen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opvorderen
zou opvorderen
zou opvorderen
zouden opvorderen
zouden opvorderen
zouden opvorderen
Subjunctive bijzin mood
opvordere
opvordere
opvordere
opvordere
opvordere
opvordere
Du
Ihr
Imperative mood
vorder op
vordert op

Examples of opvorderen

Example in DutchTranslation in English
Elke poging om dit land opvorderen, dit goed zal worden voldaan met de ernstigste gevolgen.Any attempt to commandeer this land, this well will be met with most serious consequences.
Ik ga opvorderen deze gezamenlijke voor mijn tijdelijke hoofdkwartier.I'm gonna commandeer this joint for my temporary headquarters.
Ik moet ze opvorderen.We're gonna need to commandeer these. Police business.
Ik vertrek naar de Schiaparelli krater... waar ik de Ares 4 Lander zal opvorderen.I'm about to leave for the Schiaparelli crater where I'm gonna commandeer the Ares 4 Lander.
Ik zal niet toestaan dat jullie droids mijn missie opvorderen.I will not let you droids commandeer my mission.
- Ik heb 'm opgevorderd.- I commandeered it.
Vier man nu, je wilt niet dat ik formeel je gevangenis opvorder.Four men now. Don't make me formally commandeer your prison.
Je bedoelt zoals de politie die opvordert?Oh, you mean, like, the police commandeer your car?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afvorderen
do
bevorderen
promote
invorderen
collect
navorderen
recover them

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'commandeer':

None found.