Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opmonteren (to cheer up) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
monter op
montert op
montert op
monteren op
monteren op
monteren op
Present perfect tense
heb opgemonterd
hebt opgemonterd
heeft opgemonterd
hebben opgemonterd
hebben opgemonterd
hebben opgemonterd
Past tense
monterde op
monterde op
monterde op
monterden op
monterden op
monterden op
Future tense
zal opmonteren
zult opmonteren
zal opmonteren
zullen opmonteren
zullen opmonteren
zullen opmonteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opmonteren
zou opmonteren
zou opmonteren
zouden opmonteren
zouden opmonteren
zouden opmonteren
Subjunctive mood
montere op
montere op
montere op
montere op
montere op
montere op
Past perfect tense
had opgemonterd
had opgemonterd
had opgemonterd
hadden opgemonterd
hadden opgemonterd
hadden opgemonterd
Future perf.
zal opgemonterd hebben
zal opgemonterd hebben
zal opgemonterd hebben
zullen opgemonterd hebben
zullen opgemonterd hebben
zullen opgemonterd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgemonterd hebben
zou opgemonterd hebben
zou opgemonterd hebben
zouden opgemonterd hebben
zouden opgemonterd hebben
zouden opgemonterd hebben
Present bijzin tense
opmonter
opmontert
opmontert
opmonteren
opmonteren
opmonteren
Past bijzin tense
opmonterde
opmonterde
opmonterde
opmonterden
opmonterden
opmonterden
Future bijzin tense
zal opmonteren
zult opmonteren
zal opmonteren
zullen opmonteren
zullen opmonteren
zullen opmonteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opmonteren
zou opmonteren
zou opmonteren
zouden opmonteren
zouden opmonteren
zouden opmonteren
Subjunctive bijzin mood
opmontere
opmontere
opmontere
opmontere
opmontere
opmontere
Du
Ihr
Imperative mood
monter op
montert op

Examples of opmonteren

Example in DutchTranslation in English
Komaan, monter op.Come on, cheer up.
Oh, monter op, McDrowsy.Oh, cheer up, McDrowsy.
Helen, soms ontmoet je iemand die nodig opgemonterd moet worden en dat word dan je taak. Waarom weten we niet.Helen, listen... sometimes we are plonked into people's lives when they just need to be cheered up and reassured ...and it turns out that for some reason it's your job
Hier kom je om opgemonterd te wordenThis is where you come to get cheered up?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

demonteren
demonstrate
opmieteren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cheer up':

None found.