Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontvlieden (to flee) conjugation

Dutch

Conjugation of ontvlieden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontvlied
I flee
ontvliedt
you flee
ontvliedt
he/she/it flees
ontvlieden
we flee
ontvlieden
you all flee
ontvlieden
they flee
Present perfect tense
ben ontvloden
I have fled
bent ontvloden
you have fled
is ontvloden
he/she/it has fled
zijn ontvloden
we have fled
zijn ontvloden
you all have fled
zijn ontvloden
they have fled
Past tense
ontvlood
I fled
ontvlood
you fled
ontvlood
he/she/it fled
ontvloden
we fled
ontvloden
you all fled
ontvloden
they fled
Future tense
zal ontvlieden
I will flee
zult ontvlieden
you will flee
zal ontvlieden
he/she/it will flee
zullen ontvlieden
we will flee
zullen ontvlieden
you all will flee
zullen ontvlieden
they will flee
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontvlieden
I would flee
zou ontvlieden
you would flee
zou ontvlieden
he/she/it would flee
zouden ontvlieden
we would flee
zouden ontvlieden
you all would flee
zouden ontvlieden
they would flee
Subjunctive mood
ontvliede
I flee
ontvliede
you flee
ontvliede
he/she/it flee
ontvliede
we flee
ontvliede
you all flee
ontvliede
they flee
Past perfect tense
was ontvloden
I had fled
was ontvloden
you had fled
was ontvloden
he/she/it had fled
waren ontvloden
we had fled
waren ontvloden
you all had fled
waren ontvloden
they had fled
Future perf.
zal ontvloden zijn
I will have fled
zal ontvloden zijn
you will have fled
zal ontvloden zijn
he/she/it will have fled
zullen ontvloden zijn
we will have fled
zullen ontvloden zijn
you all will have fled
zullen ontvloden zijn
they will have fled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontvloden zijn
I would have fled
zou ontvloden zijn
you would have fled
zou ontvloden zijn
he/she/it would have fled
zouden ontvloden zijn
we would have fled
zouden ontvloden zijn
you all would have fled
zouden ontvloden zijn
they would have fled
Du
Ihr
Imperative mood
ontvlied
flee
ontvliedt
flee

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontvliegen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontmoedigen
discourage
ontmunten
demonetize
ontschieten
slip from
ontschoeien
do
ontstichten
do
ontvlezen
do
ontvliegen
do
ontwateren
dehydrate
ontwormen
worm
ontzielen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'flee':

None found.