Onttrekken (to withdraw) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of onttrekken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
onttrek
I withdraw
onttrekt
you withdraw
onttrekt
he/she/it withdraws
onttrekken
we withdraw
onttrekken
you all withdraw
onttrekken
they withdraw
Present perfect tense
heb onttrokken
I have withdrawn
hebt onttrokken
you have withdrawn
heeft onttrokken
he/she/it has withdrawn
hebben onttrokken
we have withdrawn
hebben onttrokken
you all have withdrawn
hebben onttrokken
they have withdrawn
Past tense
onttrok
I withdrew
onttrok
you withdrew
onttrok
he/she/it withdrew
onttrokken
we withdrew
onttrokken
you all withdrew
onttrokken
they withdrew
Future tense
zal onttrekken
I will withdraw
zult onttrekken
you will withdraw
zal onttrekken
he/she/it will withdraw
zullen onttrekken
we will withdraw
zullen onttrekken
you all will withdraw
zullen onttrekken
they will withdraw
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou onttrekken
I would withdraw
zou onttrekken
you would withdraw
zou onttrekken
he/she/it would withdraw
zouden onttrekken
we would withdraw
zouden onttrekken
you all would withdraw
zouden onttrekken
they would withdraw
Subjunctive mood
onttrekke
I withdraw
onttrekke
you withdraw
onttrekke
he/she/it withdraw
onttrekke
we withdraw
onttrekke
you all withdraw
onttrekke
they withdraw
Past perfect tense
had onttrokken
I had withdrawn
had onttrokken
you had withdrawn
had onttrokken
he/she/it had withdrawn
hadden onttrokken
we had withdrawn
hadden onttrokken
you all had withdrawn
hadden onttrokken
they had withdrawn
Future perf.
zal onttrokken hebben
I will have withdrawn
zal onttrokken hebben
you will have withdrawn
zal onttrokken hebben
he/she/it will have withdrawn
zullen onttrokken hebben
we will have withdrawn
zullen onttrokken hebben
you all will have withdrawn
zullen onttrokken hebben
they will have withdrawn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou onttrokken hebben
I would have withdrawn
zou onttrokken hebben
you would have withdrawn
zou onttrokken hebben
he/she/it would have withdrawn
zouden onttrokken hebben
we would have withdrawn
zouden onttrokken hebben
you all would have withdrawn
zouden onttrokken hebben
they would have withdrawn
Du
Ihr
Imperative mood
onttrek
withdraw
onttrekt
withdraw

Examples of onttrekken

Example in DutchTranslation in English
Je hebt depressie, woede, zich onttrekken...There's depression, anger, withdrawal.
Wanneer er genoeg van ons hun steun eraan onttrekken, dan kan hun plan niet werken.If enough of us have withdraw our support, their plan can't work.
En nu onttrek jij je aan langdurige vriendschappen omdat ze niet bij je stemming passen.And now you are withdrawing from longtime friendships because they are inconvenient to your mood.
De patiënt onttrekt zich... als de symptomen verergeren.Patients slowly withdraw from the world as their symptoms get worse.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontvlekken
despeckle
uittrekken
resign

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'withdraw':

None found.
Learning languages?