Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontstichten (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of ontstichten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontsticht
I do
ontsticht
you do
ontsticht
he/she/it does
ontstichten
we do
ontstichten
you all do
ontstichten
they do
Present perfect tense
heb ontsticht
I have done
hebt ontsticht
you have done
heeft ontsticht
he/she/it has done
hebben ontsticht
we have done
hebben ontsticht
you all have done
hebben ontsticht
they have done
Past tense
ontstichtte
I did
ontstichtte
you did
ontstichtte
he/she/it did
ontstichtten
we did
ontstichtten
you all did
ontstichtten
they did
Future tense
zal ontstichten
I will do
zult ontstichten
you will do
zal ontstichten
he/she/it will do
zullen ontstichten
we will do
zullen ontstichten
you all will do
zullen ontstichten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontstichten
I would do
zou ontstichten
you would do
zou ontstichten
he/she/it would do
zouden ontstichten
we would do
zouden ontstichten
you all would do
zouden ontstichten
they would do
Subjunctive mood
ontstichte
I do
ontstichte
you do
ontstichte
he/she/it do
ontstichte
we do
ontstichte
you all do
ontstichte
they do
Past perfect tense
had ontsticht
I had done
had ontsticht
you had done
had ontsticht
he/she/it had done
hadden ontsticht
we had done
hadden ontsticht
you all had done
hadden ontsticht
they had done
Future perf.
zal ontsticht hebben
I will have done
zal ontsticht hebben
you will have done
zal ontsticht hebben
he/she/it will have done
zullen ontsticht hebben
we will have done
zullen ontsticht hebben
you all will have done
zullen ontsticht hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontsticht hebben
I would have done
zou ontsticht hebben
you would have done
zou ontsticht hebben
he/she/it would have done
zouden ontsticht hebben
we would have done
zouden ontsticht hebben
you all would have done
zouden ontsticht hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
ontsticht
do
ontsticht
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontwrichten
dislocate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontgraven
do
ontroesten
rust
ontspannen
relax
ontspiegelen
do
ontspringen
be derailed
ontstemmen
appall
ontstijgen
transcend
ontstrijden
do
onttuigen
unrig
ontwennen
disaccustom

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.