Ontslapen (to sleep) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of ontslapen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontslaap
I sleep
ontslaapt
you sleep
ontslaapt
he/she/it sleeps
ontslapen
we sleep
ontslapen
you all sleep
ontslapen
they sleep
Present perfect tense
ben ontslapen
I have slept
bent ontslapen
you have slept
is ontslapen
he/she/it has slept
zijn ontslapen
we have slept
zijn ontslapen
you all have slept
zijn ontslapen
they have slept
Past tense
ontsliep
I slept
ontsliep
you slept
ontsliep
he/she/it slept
ontsliepen
we slept
ontsliepen
you all slept
ontsliepen
they slept
Future tense
zal ontslapen
I will sleep
zult ontslapen
you will sleep
zal ontslapen
he/she/it will sleep
zullen ontslapen
we will sleep
zullen ontslapen
you all will sleep
zullen ontslapen
they will sleep
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontslapen
I would sleep
zou ontslapen
you would sleep
zou ontslapen
he/she/it would sleep
zouden ontslapen
we would sleep
zouden ontslapen
you all would sleep
zouden ontslapen
they would sleep
Subjunctive mood
ontslape
I sleep
ontslape
you sleep
ontslape
he/she/it sleep
ontslape
we sleep
ontslape
you all sleep
ontslape
they sleep
Past perfect tense
was ontslapen
I had slept
was ontslapen
you had slept
was ontslapen
he/she/it had slept
waren ontslapen
we had slept
waren ontslapen
you all had slept
waren ontslapen
they had slept
Future perf.
zal ontslapen zijn
I will have slept
zal ontslapen zijn
you will have slept
zal ontslapen zijn
he/she/it will have slept
zullen ontslapen zijn
we will have slept
zullen ontslapen zijn
you all will have slept
zullen ontslapen zijn
they will have slept
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontslapen zijn
I would have slept
zou ontslapen zijn
you would have slept
zou ontslapen zijn
he/she/it would have slept
zouden ontslapen zijn
we would have slept
zouden ontslapen zijn
you all would have slept
zouden ontslapen zijn
they would have slept
Du
Ihr
Imperative mood
ontslaap
sleep
ontslaapt
sleep

Examples of ontslapen

Example in DutchTranslation in English
We zullen niet allen ontslapen, maar we zullen allen veranderd worden. In een ogenblik, in een oogwenk.We shall not all sleep, but we shall all be changed in a moment

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontslaken
do
uitslapen
have sleep out

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

omwisselen
change places
onthalzen
decollate
ontmoeten
meet
ontroven
ravish
ontschepen
disembark
ontschieten
slip from
ontslaken
do
ontslippen
do
ontvlekken
despeckle
ontvluchten
flee

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sleep':

None found.
Learning languages?