Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontkurken (to debunk) conjugation

Dutch

Conjugation of ontkurken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontkurk
I debunk
ontkurkt
you debunk
ontkurkt
he/she/it debunks
ontkurken
we debunk
ontkurken
you all debunk
ontkurken
they debunk
Present perfect tense
heb ontkurkt
I have debunked
hebt ontkurkt
you have debunked
heeft ontkurkt
he/she/it has debunked
hebben ontkurkt
we have debunked
hebben ontkurkt
you all have debunked
hebben ontkurkt
they have debunked
Past tense
ontkurkte
I debunked
ontkurkte
you debunked
ontkurkte
he/she/it debunked
ontkurkten
we debunked
ontkurkten
you all debunked
ontkurkten
they debunked
Future tense
zal ontkurken
I will debunk
zult ontkurken
you will debunk
zal ontkurken
he/she/it will debunk
zullen ontkurken
we will debunk
zullen ontkurken
you all will debunk
zullen ontkurken
they will debunk
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontkurken
I would debunk
zou ontkurken
you would debunk
zou ontkurken
he/she/it would debunk
zouden ontkurken
we would debunk
zouden ontkurken
you all would debunk
zouden ontkurken
they would debunk
Subjunctive mood
ontkurke
I debunk
ontkurke
you debunk
ontkurke
he/she/it debunk
ontkurke
we debunk
ontkurke
you all debunk
ontkurke
they debunk
Past perfect tense
had ontkurkt
I had debunked
had ontkurkt
you had debunked
had ontkurkt
he/she/it had debunked
hadden ontkurkt
we had debunked
hadden ontkurkt
you all had debunked
hadden ontkurkt
they had debunked
Future perf.
zal ontkurkt hebben
I will have debunked
zal ontkurkt hebben
you will have debunked
zal ontkurkt hebben
he/she/it will have debunked
zullen ontkurkt hebben
we will have debunked
zullen ontkurkt hebben
you all will have debunked
zullen ontkurkt hebben
they will have debunked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontkurkt hebben
I would have debunked
zou ontkurkt hebben
you would have debunked
zou ontkurkt hebben
he/she/it would have debunked
zouden ontkurkt hebben
we would have debunked
zouden ontkurkt hebben
you all would have debunked
zouden ontkurkt hebben
they would have debunked
Du
Ihr
Imperative mood
ontkurk
debunk
ontkurkt
debunk

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontkalken
descale

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

onderuitgaan
do
onderzoeken
investigate
onduleren
corrugate
ontbijten
summon
ontglippen
slip
ontinkten
deink
ontkapen
do
ontkrachten
debunk
ontladen
discharge
ontrollen
unroll

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'debunk':

None found.