Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Onthalzen (to decollate) conjugation

Dutch

Conjugation of onthalzen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
onthals
I decollate
onthalst
you decollate
onthalst
he/she/it decollates
onthalzen
we decollate
onthalzen
you all decollate
onthalzen
they decollate
Present perfect tense
heb onthalsd
I have decollated
hebt onthalsd
you have decollated
heeft onthalsd
he/she/it has decollated
hebben onthalsd
we have decollated
hebben onthalsd
you all have decollated
hebben onthalsd
they have decollated
Past tense
onthalsde
I decollated
onthalsde
you decollated
onthalsde
he/she/it decollated
onthalsden
we decollated
onthalsden
you all decollated
onthalsden
they decollated
Future tense
zal onthalzen
I will decollate
zult onthalzen
you will decollate
zal onthalzen
he/she/it will decollate
zullen onthalzen
we will decollate
zullen onthalzen
you all will decollate
zullen onthalzen
they will decollate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou onthalzen
I would decollate
zou onthalzen
you would decollate
zou onthalzen
he/she/it would decollate
zouden onthalzen
we would decollate
zouden onthalzen
you all would decollate
zouden onthalzen
they would decollate
Subjunctive mood
onthalze
I decollate
onthalze
you decollate
onthalze
he/she/it decollate
onthalze
we decollate
onthalze
you all decollate
onthalze
they decollate
Past perfect tense
had onthalsd
I had decollated
had onthalsd
you had decollated
had onthalsd
he/she/it had decollated
hadden onthalsd
we had decollated
hadden onthalsd
you all had decollated
hadden onthalsd
they had decollated
Future perf.
zal onthalsd hebben
I will have decollated
zal onthalsd hebben
you will have decollated
zal onthalsd hebben
he/she/it will have decollated
zullen onthalsd hebben
we will have decollated
zullen onthalsd hebben
you all will have decollated
zullen onthalsd hebben
they will have decollated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou onthalsd hebben
I would have decollated
zou onthalsd hebben
you would have decollated
zou onthalsd hebben
he/she/it would have decollated
zouden onthalsd hebben
we would have decollated
zouden onthalsd hebben
you all would have decollated
zouden onthalsd hebben
they would have decollated
Du
Ihr
Imperative mood
onthals
decollate
onthalst
decollate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kathalzen
do
ontharden
anneal

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ondervangen
do
onderverdelen
do
onderwerpen
subjugate
ontdarmen
disembowel
ontgloeien
do
ontgoochelen
disillusion
onthalen
welcome
ontharden
anneal
ontlokken
provoke
ontluizen
louse

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'decollate':

None found.