Ontgiften (to detoxify) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of ontgiften

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontgift
I detoxify
ontgift
you detoxify
ontgift
he/she/it detoxifies
ontgiften
we detoxify
ontgiften
you all detoxify
ontgiften
they detoxify
Present perfect tense
heb ontgift
I have detoxified
hebt ontgift
you have detoxified
heeft ontgift
he/she/it has detoxified
hebben ontgift
we have detoxified
hebben ontgift
you all have detoxified
hebben ontgift
they have detoxified
Past tense
ontgiftte
I detoxified
ontgiftte
you detoxified
ontgiftte
he/she/it detoxified
ontgiftten
we detoxified
ontgiftten
you all detoxified
ontgiftten
they detoxified
Future tense
zal ontgiften
I will detoxify
zult ontgiften
you will detoxify
zal ontgiften
he/she/it will detoxify
zullen ontgiften
we will detoxify
zullen ontgiften
you all will detoxify
zullen ontgiften
they will detoxify
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontgiften
I would detoxify
zou ontgiften
you would detoxify
zou ontgiften
he/she/it would detoxify
zouden ontgiften
we would detoxify
zouden ontgiften
you all would detoxify
zouden ontgiften
they would detoxify
Subjunctive mood
ontgifte
I detoxify
ontgifte
you detoxify
ontgifte
he/she/it detoxify
ontgifte
we detoxify
ontgifte
you all detoxify
ontgifte
they detoxify
Past perfect tense
had ontgift
I had detoxified
had ontgift
you had detoxified
had ontgift
he/she/it had detoxified
hadden ontgift
we had detoxified
hadden ontgift
you all had detoxified
hadden ontgift
they had detoxified
Future perf.
zal ontgift hebben
I will have detoxified
zal ontgift hebben
you will have detoxified
zal ontgift hebben
he/she/it will have detoxified
zullen ontgift hebben
we will have detoxified
zullen ontgift hebben
you all will have detoxified
zullen ontgift hebben
they will have detoxified
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontgift hebben
I would have detoxified
zou ontgift hebben
you would have detoxified
zou ontgift hebben
he/she/it would have detoxified
zouden ontgift hebben
we would have detoxified
zouden ontgift hebben
you all would have detoxified
zouden ontgift hebben
they would have detoxified
Du
Ihr
Imperative mood
ontgift
detoxify
ontgift
detoxify

Examples of ontgiften

Example in DutchTranslation in English
Door volledige draaiing kan het lichaam de adrenalineklieren spoelen en ontgiften. Onderzoek heeft dit gekoppeld aan meer positief denken en een toename van logische vaardigheden.Complete inversions allow the human body to flush and detoxify the adrenal glands, which studies have linked to more positive thinking and an increase in reasoning skills.
Hoe dan ook, ik moet ontgiften voor de ceremonie.Anyway, I have to detoxify for the ceremony.
Ik voel mijn lichaam ontgiften.I can feel my body detoxifying.
Imeand gaf hem een borrel in de laatste 24 uur en zijn lever was zo beschadigd dat hij het niet kon ontgiften.Somebody gave him a drink in the last 24 hours, and his liver was so damaged, he couldn't detoxify it.
Dr Gerson merkte op dat er genoeg voedingsstoffen zijn wanneer het lichaam ontgift, de hersenen weer normaal functioneren.Dr. Gerson observed that the nutrients are plentiful when the body is detoxified, the brain is restored to normal functioning.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontginnen
detoxify
ontgraten
disillusion

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'detoxify':

None found.
Learning languages?