Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Onduleren (to corrugate) conjugation

Dutch

Conjugation of onduleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
onduleer
I corrugate
onduleert
you corrugate
onduleert
he/she/it corrugates
onduleren
we corrugate
onduleren
you all corrugate
onduleren
they corrugate
Present perfect tense
heb geonduleerd
I have corrugated
hebt geonduleerd
you have corrugated
heeft geonduleerd
he/she/it has corrugated
hebben geonduleerd
we have corrugated
hebben geonduleerd
you all have corrugated
hebben geonduleerd
they have corrugated
Past tense
onduleerde
I corrugated
onduleerde
you corrugated
onduleerde
he/she/it corrugated
onduleerden
we corrugated
onduleerden
you all corrugated
onduleerden
they corrugated
Future tense
zal onduleren
I will corrugate
zult onduleren
you will corrugate
zal onduleren
he/she/it will corrugate
zullen onduleren
we will corrugate
zullen onduleren
you all will corrugate
zullen onduleren
they will corrugate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou onduleren
I would corrugate
zou onduleren
you would corrugate
zou onduleren
he/she/it would corrugate
zouden onduleren
we would corrugate
zouden onduleren
you all would corrugate
zouden onduleren
they would corrugate
Subjunctive mood
ondulere
I corrugate
ondulere
you corrugate
ondulere
he/she/it corrugate
ondulere
we corrugate
ondulere
you all corrugate
ondulere
they corrugate
Past perfect tense
had geonduleerd
I had corrugated
had geonduleerd
you had corrugated
had geonduleerd
he/she/it had corrugated
hadden geonduleerd
we had corrugated
hadden geonduleerd
you all had corrugated
hadden geonduleerd
they had corrugated
Future perf.
zal geonduleerd hebben
I will have corrugated
zal geonduleerd hebben
you will have corrugated
zal geonduleerd hebben
he/she/it will have corrugated
zullen geonduleerd hebben
we will have corrugated
zullen geonduleerd hebben
you all will have corrugated
zullen geonduleerd hebben
they will have corrugated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geonduleerd hebben
I would have corrugated
zou geonduleerd hebben
you would have corrugated
zou geonduleerd hebben
he/she/it would have corrugated
zouden geonduleerd hebben
we would have corrugated
zouden geonduleerd hebben
you all would have corrugated
zouden geonduleerd hebben
they would have corrugated
Du
Ihr
Imperative mood
onduleer
corrugate
onduleert
corrugate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

moduleren
modify

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

omwringen
do
onderbrengen
post
onderhouden
maintain
onderleggen
put under
onderschikken
subdue
onderwerpen
subjugate
onderzoeken
investigate
ontaarden
degenerate
ontdubbelen
deduplicate
ontgronden
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'corrugate':

None found.