Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Omwolken (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
omwolk
omwolkt
omwolkt
omwolken
omwolken
omwolken
Present perfect tense
heb omwolkt
hebt omwolkt
heeft omwolkt
hebben omwolkt
hebben omwolkt
hebben omwolkt
Past tense
omwolkte
omwolkte
omwolkte
omwolkten
omwolkten
omwolkten
Future tense
zal omwolken
zult omwolken
zal omwolken
zullen omwolken
zullen omwolken
zullen omwolken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omwolken
zou omwolken
zou omwolken
zouden omwolken
zouden omwolken
zouden omwolken
Subjunctive mood
omwolke
omwolke
omwolke
omwolke
omwolke
omwolke
Past perfect tense
had omwolkt
had omwolkt
had omwolkt
hadden omwolkt
hadden omwolkt
hadden omwolkt
Future perf.
zal omwolkt hebben
zal omwolkt hebben
zal omwolkt hebben
zullen omwolkt hebben
zullen omwolkt hebben
zullen omwolkt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omwolkt hebben
zou omwolkt hebben
zou omwolkt hebben
zouden omwolkt hebben
zouden omwolkt hebben
zouden omwolkt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
omwolk
omwolkt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bewolken
cloud
omwerken
scarify

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

omplanten
transplant
omvergooien
knock down
omwaren
do
omweiden
do
omwerpen
overthrow
omwisselen
change places
omwrikken
do
omzwalpen
do
onderdoorspelen
do
ondergaan
undergo

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.