Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Omvamen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
omvaam
omvaamt
omvaamt
omvamen
omvamen
omvamen
Present perfect tense
heb omvaamd
hebt omvaamd
heeft omvaamd
hebben omvaamd
hebben omvaamd
hebben omvaamd
Past tense
omvaamde
omvaamde
omvaamde
omvaamden
omvaamden
omvaamden
Future tense
zal omvamen
zult omvamen
zal omvamen
zullen omvamen
zullen omvamen
zullen omvamen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omvamen
zou omvamen
zou omvamen
zouden omvamen
zouden omvamen
zouden omvamen
Subjunctive mood
omvame
omvame
omvame
omvame
omvame
omvame
Past perfect tense
had omvaamd
had omvaamd
had omvaamd
hadden omvaamd
hadden omvaamd
hadden omvaamd
Future perf.
zal omvaamd hebben
zal omvaamd hebben
zal omvaamd hebben
zullen omvaamd hebben
zullen omvaamd hebben
zullen omvaamd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omvaamd hebben
zou omvaamd hebben
zou omvaamd hebben
zouden omvaamd hebben
zouden omvaamd hebben
zouden omvaamd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
omvaam
omvaamt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

omarmen
embrace
omkomen
die
omvaren
circumnavigate
omzomen
fringe

Similar but longer

omvademen
hug

Random

omhouwen
cut down
omruilen
exchange
omslingeren
do
omspoken
do
omstoten
knock over
omstrengelen
entwine
omvallen
fall over
omvangen
do
omwallen
do
omwentelen
revolve

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.