Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

omknikkeren

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of omknikkeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knikker om
I do
knikkert om
you do
knikkert om
he/she/it does
knikkeren om
we do
knikkeren om
you all do
knikkeren om
they do
Present perfect tense
heb omgeknikkerd
I have done
hebt omgeknikkerd
you have done
heeft omgeknikkerd
he/she/it has done
hebben omgeknikkerd
we have done
hebben omgeknikkerd
you all have done
hebben omgeknikkerd
they have done
Past tense
knikkerde om
I did
knikkerde om
you did
knikkerde om
he/she/it did
knikkerden om
we did
knikkerden om
you all did
knikkerden om
they did
Future tense
zal omknikkeren
I will do
zult omknikkeren
you will do
zal omknikkeren
he/she/it will do
zullen omknikkeren
we will do
zullen omknikkeren
you all will do
zullen omknikkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omknikkeren
I would do
zou omknikkeren
you would do
zou omknikkeren
he/she/it would do
zouden omknikkeren
we would do
zouden omknikkeren
you all would do
zouden omknikkeren
they would do
Subjunctive mood
knikkere om
I do
knikkere om
you do
knikkere om
he/she/it do
knikkere om
we do
knikkere om
you all do
knikkere om
they do
Past perfect tense
had omgeknikkerd
I had done
had omgeknikkerd
you had done
had omgeknikkerd
he/she/it had done
hadden omgeknikkerd
we had done
hadden omgeknikkerd
you all had done
hadden omgeknikkerd
they had done
Future perf.
zal omgeknikkerd hebben
I will have done
zal omgeknikkerd hebben
you will have done
zal omgeknikkerd hebben
he/she/it will have done
zullen omgeknikkerd hebben
we will have done
zullen omgeknikkerd hebben
you all will have done
zullen omgeknikkerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgeknikkerd hebben
I would have done
zou omgeknikkerd hebben
you would have done
zou omgeknikkerd hebben
he/she/it would have done
zouden omgeknikkerd hebben
we would have done
zouden omgeknikkerd hebben
you all would have done
zouden omgeknikkerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
omknikker
I do
omknikkert
you do
omknikkert
he/she/it does
omknikkeren
we do
omknikkeren
you all do
omknikkeren
they do
Past bijzin tense
omknikkerde
I did
omknikkerde
you did
omknikkerde
he/she/it did
omknikkerden
we did
omknikkerden
you all did
omknikkerden
they did
Future bijzin tense
zal omknikkeren
I will do
zult omknikkeren
you will do
zal omknikkeren
he/she/it will do
zullen omknikkeren
we will do
zullen omknikkeren
you all will do
zullen omknikkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omknikkeren
I would do
zou omknikkeren
you would do
zou omknikkeren
he/she/it would do
zouden omknikkeren
we would do
zouden omknikkeren
you all would do
zouden omknikkeren
they would do
Subjunctive bijzin mood
omknikkere
I do
omknikkere
you do
omknikkere
he/she/it do
omknikkere
we do
omknikkere
you all do
omknikkere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
knikker om
do
knikkert
do

Further details about this page

LOCATION