Omknikkeren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of omknikkeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
knikker om
I do
knikkert om
you do
knikkert om
he/she/it does
knikkeren om
we do
knikkeren om
you all do
knikkeren om
they do
Present perfect tense
heb omgeknikkerd
I have done
hebt omgeknikkerd
you have done
heeft omgeknikkerd
he/she/it has done
hebben omgeknikkerd
we have done
hebben omgeknikkerd
you all have done
hebben omgeknikkerd
they have done
Past tense
knikkerde om
I did
knikkerde om
you did
knikkerde om
he/she/it did
knikkerden om
we did
knikkerden om
you all did
knikkerden om
they did
Future tense
zal omknikkeren
I will do
zult omknikkeren
you will do
zal omknikkeren
he/she/it will do
zullen omknikkeren
we will do
zullen omknikkeren
you all will do
zullen omknikkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omknikkeren
I would do
zou omknikkeren
you would do
zou omknikkeren
he/she/it would do
zouden omknikkeren
we would do
zouden omknikkeren
you all would do
zouden omknikkeren
they would do
Subjunctive mood
knikkere om
I do
knikkere om
you do
knikkere om
he/she/it do
knikkere om
we do
knikkere om
you all do
knikkere om
they do
Past perfect tense
had omgeknikkerd
I had done
had omgeknikkerd
you had done
had omgeknikkerd
he/she/it had done
hadden omgeknikkerd
we had done
hadden omgeknikkerd
you all had done
hadden omgeknikkerd
they had done
Future perf.
zal omgeknikkerd hebben
I will have done
zal omgeknikkerd hebben
you will have done
zal omgeknikkerd hebben
he/she/it will have done
zullen omgeknikkerd hebben
we will have done
zullen omgeknikkerd hebben
you all will have done
zullen omgeknikkerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgeknikkerd hebben
I would have done
zou omgeknikkerd hebben
you would have done
zou omgeknikkerd hebben
he/she/it would have done
zouden omgeknikkerd hebben
we would have done
zouden omgeknikkerd hebben
you all would have done
zouden omgeknikkerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
omknikker
I do
omknikkert
you do
omknikkert
he/she/it does
omknikkeren
we do
omknikkeren
you all do
omknikkeren
they do
Past bijzin tense
omknikkerde
I did
omknikkerde
you did
omknikkerde
he/she/it did
omknikkerden
we did
omknikkerden
you all did
omknikkerden
they did
Future bijzin tense
zal omknikkeren
I will do
zult omknikkeren
you will do
zal omknikkeren
he/she/it will do
zullen omknikkeren
we will do
zullen omknikkeren
you all will do
zullen omknikkeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omknikkeren
I would do
zou omknikkeren
you would do
zou omknikkeren
he/she/it would do
zouden omknikkeren
we would do
zouden omknikkeren
you all would do
zouden omknikkeren
they would do
Subjunctive bijzin mood
omknikkere
I do
omknikkere
you do
omknikkere
he/she/it do
omknikkere
we do
omknikkere
you all do
omknikkere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
knikker om
do
knikkert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

omflikkeren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?