Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Nationaliseren (to do) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
nationaliseer
nationaliseert
nationaliseert
nationaliseren
nationaliseren
nationaliseren
Present perfect tense
heb genationaliseerd
hebt genationaliseerd
heeft genationaliseerd
hebben genationaliseerd
hebben genationaliseerd
hebben genationaliseerd
Past tense
nationaliseerde
nationaliseerde
nationaliseerde
nationaliseerden
nationaliseerden
nationaliseerden
Future tense
zal nationaliseren
zult nationaliseren
zal nationaliseren
zullen nationaliseren
zullen nationaliseren
zullen nationaliseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nationaliseren
zou nationaliseren
zou nationaliseren
zouden nationaliseren
zouden nationaliseren
zouden nationaliseren
Subjunctive mood
nationalisere
nationalisere
nationalisere
nationalisere
nationalisere
nationalisere
Past perfect tense
had genationaliseerd
had genationaliseerd
had genationaliseerd
hadden genationaliseerd
hadden genationaliseerd
hadden genationaliseerd
Future perf.
zal genationaliseerd hebben
zal genationaliseerd hebben
zal genationaliseerd hebben
zullen genationaliseerd hebben
zullen genationaliseerd hebben
zullen genationaliseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou genationaliseerd hebben
zou genationaliseerd hebben
zou genationaliseerd hebben
zouden genationaliseerd hebben
zouden genationaliseerd hebben
zouden genationaliseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
nationaliseer
nationaliseert

Examples of nationaliseren

Example in DutchTranslation in English
Da's een van de eerste dingen, die we moeten doen als we het nationaliseren, een onderzoek uitvoeren, naar wie geld stal, wie was er betrokken bij corruptie.One of the first things we ought to do when we nationalize is go in there and find out the audit. Who stole money? Who engaged in corruption?
Hij heeft helemaal geen plannen om olievelden te nationaliseren maar ik denk dat jou dat niets uitmaakt.He has no actual plans of nationalizing any oil fields. But l guess that doesn't really matter to you.
O God, laat de socialisten haar niet nationaliseren.Oh, God, don't let the socialists nationalise herl
We willen delen van de banksector nationaliseren... maar ook een grotere vrijheid voor het bedrijfsleven.We want to nationalise parts of the banking sector... but also greater freedom for business.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

rationaliseren
rationalize

Similar but longer

denationaliseren
do
renationaliseren
renationalise

Random

na-apen
imitate
naduiken
do
naleven
do
napraten
parrot
narommelen
do
nathouden
do
natmaken
make wet
navorsen
investigate
nazeggen
repeat
nazoeken
look up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.