Nationaliseren (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of nationaliseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
nationaliseer
I do
nationaliseert
you do
nationaliseert
he/she/it does
nationaliseren
we do
nationaliseren
you all do
nationaliseren
they do
Present perfect tense
heb genationaliseerd
I have done
hebt genationaliseerd
you have done
heeft genationaliseerd
he/she/it has done
hebben genationaliseerd
we have done
hebben genationaliseerd
you all have done
hebben genationaliseerd
they have done
Past tense
nationaliseerde
I did
nationaliseerde
you did
nationaliseerde
he/she/it did
nationaliseerden
we did
nationaliseerden
you all did
nationaliseerden
they did
Future tense
zal nationaliseren
I will do
zult nationaliseren
you will do
zal nationaliseren
he/she/it will do
zullen nationaliseren
we will do
zullen nationaliseren
you all will do
zullen nationaliseren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nationaliseren
I would do
zou nationaliseren
you would do
zou nationaliseren
he/she/it would do
zouden nationaliseren
we would do
zouden nationaliseren
you all would do
zouden nationaliseren
they would do
Subjunctive mood
nationalisere
I do
nationalisere
you do
nationalisere
he/she/it do
nationalisere
we do
nationalisere
you all do
nationalisere
they do
Past perfect tense
had genationaliseerd
I had done
had genationaliseerd
you had done
had genationaliseerd
he/she/it had done
hadden genationaliseerd
we had done
hadden genationaliseerd
you all had done
hadden genationaliseerd
they had done
Future perf.
zal genationaliseerd hebben
I will have done
zal genationaliseerd hebben
you will have done
zal genationaliseerd hebben
he/she/it will have done
zullen genationaliseerd hebben
we will have done
zullen genationaliseerd hebben
you all will have done
zullen genationaliseerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou genationaliseerd hebben
I would have done
zou genationaliseerd hebben
you would have done
zou genationaliseerd hebben
he/she/it would have done
zouden genationaliseerd hebben
we would have done
zouden genationaliseerd hebben
you all would have done
zouden genationaliseerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
nationaliseer
do
nationaliseert
do

Examples of nationaliseren

Example in DutchTranslation in English
Da's een van de eerste dingen, die we moeten doen als we het nationaliseren, een onderzoek uitvoeren, naar wie geld stal, wie was er betrokken bij corruptie.One of the first things we ought to do when we nationalize is go in there and find out the audit. Who stole money? Who engaged in corruption?
Hij heeft helemaal geen plannen om olievelden te nationaliseren maar ik denk dat jou dat niets uitmaakt.He has no actual plans of nationalizing any oil fields. But l guess that doesn't really matter to you.
O God, laat de socialisten haar niet nationaliseren.Oh, God, don't let the socialists nationalise herl
We willen delen van de banksector nationaliseren... maar ook een grotere vrijheid voor het bedrijfsleven.We want to nationalise parts of the banking sector... but also greater freedom for business.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

rationaliseren
rationalize

Similar but longer

denationaliseren
do
renationaliseren
renationalise

Random

na-apen
imitate
naduiken
do
naleven
do
napraten
parrot
narommelen
do
nathouden
do
natmaken
make wet
navorsen
investigate
nazeggen
repeat
nazoeken
look up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?