Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Memoriseren (to memorize) conjugation

Dutch
14 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
memoriseer
memoriseert
memoriseert
memoriseren
memoriseren
memoriseren
Present perfect tense
heb gememoriseerd
hebt gememoriseerd
heeft gememoriseerd
hebben gememoriseerd
hebben gememoriseerd
hebben gememoriseerd
Past tense
memoriseerde
memoriseerde
memoriseerde
memoriseerden
memoriseerden
memoriseerden
Future tense
zal memoriseren
zult memoriseren
zal memoriseren
zullen memoriseren
zullen memoriseren
zullen memoriseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou memoriseren
zou memoriseren
zou memoriseren
zouden memoriseren
zouden memoriseren
zouden memoriseren
Subjunctive mood
memorisere
memorisere
memorisere
memorisere
memorisere
memorisere
Past perfect tense
had gememoriseerd
had gememoriseerd
had gememoriseerd
hadden gememoriseerd
hadden gememoriseerd
hadden gememoriseerd
Future perf.
zal gememoriseerd hebben
zal gememoriseerd hebben
zal gememoriseerd hebben
zullen gememoriseerd hebben
zullen gememoriseerd hebben
zullen gememoriseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gememoriseerd hebben
zou gememoriseerd hebben
zou gememoriseerd hebben
zouden gememoriseerd hebben
zouden gememoriseerd hebben
zouden gememoriseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
memoriseer
memoriseert

Examples of memoriseren

Example in DutchTranslation in English
Dat ik dit in 5 minuten kan memoriseren, bewijst niets.Whether or not I can memorize this page in five minutes proves nothing.
Ik heb nu een nieuw lijstje om te memoriseren.I have a new list to memorize.
Ik kan feiten memoriseren.I can memorize facts.
Je probeerde alle trivia antwoorden te memoriseren!You tried to memorize all the trivia answers?
Voor wie niet voorbereid is wel, maar ik heb Barriss bevolen... om het labyrint en al zijn 200 kruisingen te memoriseren.For the unprepared perhaps, but I have instructed Barriss to memorize the labyrinth, all 200 junctions.
Ik memoriseer een deel.I memorize some of my lines.
Ik moet zorgen dat je het memoriseert waarna wij het samen verbranden. Maar ik denk dat ik je daarin kan vertrouwen.I'm supposed to get you to memorize it and then we burn it together, but I think I can trust you to do that.
Jij memoriseert feiten.You memorize facts.
Aardig, u keek in het dossier ook al heeft u het gememoriseerd.Toby Nance? Nice. You checked the file even though you memorized it.
Heb je de boodschap gememoriseerd?You got the message memorized ?
Heb je de campus al gememoriseerd?You already memorizedthe campus?
Heb je de stappen gememoriseerd?You have the steps memorized?
Ik had dorst, maar mijn taalvaardigheden waren nog vrij primitief, dus viel ik terug op zinnen die ik had gememoriseerd in het kindertehuis.I was suffering from thirst, but my language skills were relatively primitive, so I relied on phrases I'd memorized at the children's home.
Niet echt. Ik memoriseerde het label onderweg om indruk te maken.I just memorized the label on the way over to impress you.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

motoriseren
motorize

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'memorize':

None found.