Magnetiseren (to magnetize) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of magnetiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
magnetiseer
I magnetize
magnetiseert
you magnetize
magnetiseert
he/she/it magnetizes
magnetiseren
we magnetize
magnetiseren
you all magnetize
magnetiseren
they magnetize
Present perfect tense
heb gemagnetiseerd
I have magnetized
hebt gemagnetiseerd
you have magnetized
heeft gemagnetiseerd
he/she/it has magnetized
hebben gemagnetiseerd
we have magnetized
hebben gemagnetiseerd
you all have magnetized
hebben gemagnetiseerd
they have magnetized
Past tense
magnetiseerde
I magnetized
magnetiseerde
you magnetized
magnetiseerde
he/she/it magnetized
magnetiseerden
we magnetized
magnetiseerden
you all magnetized
magnetiseerden
they magnetized
Future tense
zal magnetiseren
I will magnetize
zult magnetiseren
you will magnetize
zal magnetiseren
he/she/it will magnetize
zullen magnetiseren
we will magnetize
zullen magnetiseren
you all will magnetize
zullen magnetiseren
they will magnetize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou magnetiseren
I would magnetize
zou magnetiseren
you would magnetize
zou magnetiseren
he/she/it would magnetize
zouden magnetiseren
we would magnetize
zouden magnetiseren
you all would magnetize
zouden magnetiseren
they would magnetize
Subjunctive mood
magnetisere
I magnetize
magnetisere
you magnetize
magnetisere
he/she/it magnetize
magnetisere
we magnetize
magnetisere
you all magnetize
magnetisere
they magnetize
Past perfect tense
had gemagnetiseerd
I had magnetized
had gemagnetiseerd
you had magnetized
had gemagnetiseerd
he/she/it had magnetized
hadden gemagnetiseerd
we had magnetized
hadden gemagnetiseerd
you all had magnetized
hadden gemagnetiseerd
they had magnetized
Future perf.
zal gemagnetiseerd hebben
I will have magnetized
zal gemagnetiseerd hebben
you will have magnetized
zal gemagnetiseerd hebben
he/she/it will have magnetized
zullen gemagnetiseerd hebben
we will have magnetized
zullen gemagnetiseerd hebben
you all will have magnetized
zullen gemagnetiseerd hebben
they will have magnetized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemagnetiseerd hebben
I would have magnetized
zou gemagnetiseerd hebben
you would have magnetized
zou gemagnetiseerd hebben
he/she/it would have magnetized
zouden gemagnetiseerd hebben
we would have magnetized
zouden gemagnetiseerd hebben
you all would have magnetized
zouden gemagnetiseerd hebben
they would have magnetized
Du
Ihr
Imperative mood
magnetiseer
magnetize
magnetiseert
magnetize

Examples of magnetiseren

Example in DutchTranslation in English
- Kun je de romp magnetiseren?Chakotay, are you ready to magnetize the hull? Stand by.
- Tuurlijk. Ik, aan de andere kant, besloot het pistool te magnetiseren en te bombarderen met fijne magnetische stof.Now, I, on the other hand, decided to magnetize the gun and bombard it with fine magnetized particles.
Ik heb de neiging mensen om me heen te magnetiseren zodat ze in lijn zijn met mijn eigen levenswijze.I have a tendency to magnetize people around me, drawing them into alignment with my own ways.
Ik moet hem magnetiseren, het is niet goed gedaan.I have to go get this magnetized, because it wasn't magnetized properly.
Kunnen we de klap opvangen door de romp te magnetiseren?Chakotay, do we have enough auxiliary power to magnetize the hull? It might cushion the impact of the bursts.
Iedereen, magnetiseer je voeten!Everybody, magnetize your feet!
...Dat magnetiseert, zodat je niet kan bewegen....that magnetizes so you can't move.
Als je 'n spijker magnetiseert met een batterij...If you magnetize a nail with a battery...
- Alles is gemagnetiseerd,Somehow the gun and bullets were magnetized.
- Ik ben gemagnetiseerd.- I'm magnetized!
Als het goed gemagnetiseerd is, wijst het naar noord, tenzij je op het Zuidelijk halfrond bent.If it's properly magnetized, it will spin so that it points north, unless, of course, you find yourself in the Southern Hemisphere.
De kogels zijn gemagnetiseerd.Bullets are magnetized. Exactly.
Deze granieten megalieten worden door de Aarde gemagnetiseerd en bijna allemaal lopen ze uit in een punt.And in fact, these granite megaliths are magnetized with the earth, and nearly all of them come to a point.
Een stel zijn van huizen gerukt, toen de koepel magnetiseerde.A bunch of 'em got pulled off of people's homes when the dome was magnetized.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

demagnetiseren
demagnetize

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'magnetize':

None found.
Learning languages?