Loshalen (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of loshalen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
haal los
I do
haalt los
you do
haalt los
he/she/it does
halen los
we do
halen los
you all do
halen los
they do
Present perfect tense
heb losgehaald
I have done
hebt losgehaald
you have done
heeft losgehaald
he/she/it has done
hebben losgehaald
we have done
hebben losgehaald
you all have done
hebben losgehaald
they have done
Past tense
haalde los
I did
haalde los
you did
haalde los
he/she/it did
haalden los
we did
haalden los
you all did
haalden los
they did
Future tense
zal loshalen
I will do
zult loshalen
you will do
zal loshalen
he/she/it will do
zullen loshalen
we will do
zullen loshalen
you all will do
zullen loshalen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou loshalen
I would do
zou loshalen
you would do
zou loshalen
he/she/it would do
zouden loshalen
we would do
zouden loshalen
you all would do
zouden loshalen
they would do
Subjunctive mood
hale los
I do
hale los
you do
hale los
he/she/it do
hale los
we do
hale los
you all do
hale los
they do
Past perfect tense
had losgehaald
I had done
had losgehaald
you had done
had losgehaald
he/she/it had done
hadden losgehaald
we had done
hadden losgehaald
you all had done
hadden losgehaald
they had done
Future perf.
zal losgehaald hebben
I will have done
zal losgehaald hebben
you will have done
zal losgehaald hebben
he/she/it will have done
zullen losgehaald hebben
we will have done
zullen losgehaald hebben
you all will have done
zullen losgehaald hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou losgehaald hebben
I would have done
zou losgehaald hebben
you would have done
zou losgehaald hebben
he/she/it would have done
zouden losgehaald hebben
we would have done
zouden losgehaald hebben
you all would have done
zouden losgehaald hebben
they would have done
Present bijzin tense
loshaal
I do
loshaalt
you do
loshaalt
he/she/it does
loshalen
we do
loshalen
you all do
loshalen
they do
Past bijzin tense
loshaalde
I did
loshaalde
you did
loshaalde
he/she/it did
loshaalden
we did
loshaalden
you all did
loshaalden
they did
Future bijzin tense
zal loshalen
I will do
zult loshalen
you will do
zal loshalen
he/she/it will do
zullen loshalen
we will do
zullen loshalen
you all will do
zullen loshalen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou loshalen
I would do
zou loshalen
you would do
zou loshalen
he/she/it would do
zouden loshalen
we would do
zouden loshalen
you all would do
zouden loshalen
they would do
Subjunctive bijzin mood
loshale
I do
loshale
you do
loshale
he/she/it do
loshale
we do
loshale
you all do
loshale
they do
Du
Ihr
Imperative mood
haal los
do
haalt los
do

Examples of loshalen

Example in DutchTranslation in English
Het ligt voor de hand om te beginnen met het loshalen van deze transtator en...Well... obviously, the... first thing we should do is to take this, uh... this transtator here... and...
Sorry, ik wou geen hechting loshalen.Oh sorry, I don't wanna pop a stitch.
Als je je nu niet loshaalt van die boom, verlaat ik je voorgoed.Now if you don't unlock yourself from this tree, I am leaving you forever.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

loshaken
unhook

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

laseren
laser
leeglopen
deflate
letten
watch
lichtmissen
light miss
lobbyen
lobby
losgraven
do
loshaken
unhook
loshangen
hang loose
loswrikken
pry
luien
lazy

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?