Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Kwijtmaken (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of kwijtmaken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
maak kwijt
I do
maakt kwijt
you do
maakt kwijt
he/she/it does
maken kwijt
we do
maken kwijt
you all do
maken kwijt
they do
Present perfect tense
heb kwijtgemaakt
I have done
hebt kwijtgemaakt
you have done
heeft kwijtgemaakt
he/she/it has done
hebben kwijtgemaakt
we have done
hebben kwijtgemaakt
you all have done
hebben kwijtgemaakt
they have done
Past tense
maakte kwijt
I did
maakte kwijt
you did
maakte kwijt
he/she/it did
maakten kwijt
we did
maakten kwijt
you all did
maakten kwijt
they did
Future tense
zal kwijtmaken
I will do
zult kwijtmaken
you will do
zal kwijtmaken
he/she/it will do
zullen kwijtmaken
we will do
zullen kwijtmaken
you all will do
zullen kwijtmaken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kwijtmaken
I would do
zou kwijtmaken
you would do
zou kwijtmaken
he/she/it would do
zouden kwijtmaken
we would do
zouden kwijtmaken
you all would do
zouden kwijtmaken
they would do
Subjunctive mood
make kwijt
I do
make kwijt
you do
make kwijt
he/she/it do
make kwijt
we do
make kwijt
you all do
make kwijt
they do
Past perfect tense
had kwijtgemaakt
I had done
had kwijtgemaakt
you had done
had kwijtgemaakt
he/she/it had done
hadden kwijtgemaakt
we had done
hadden kwijtgemaakt
you all had done
hadden kwijtgemaakt
they had done
Future perf.
zal kwijtgemaakt hebben
I will have done
zal kwijtgemaakt hebben
you will have done
zal kwijtgemaakt hebben
he/she/it will have done
zullen kwijtgemaakt hebben
we will have done
zullen kwijtgemaakt hebben
you all will have done
zullen kwijtgemaakt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou kwijtgemaakt hebben
I would have done
zou kwijtgemaakt hebben
you would have done
zou kwijtgemaakt hebben
he/she/it would have done
zouden kwijtgemaakt hebben
we would have done
zouden kwijtgemaakt hebben
you all would have done
zouden kwijtgemaakt hebben
they would have done
Present bijzin tense
kwijtmaak
I do
kwijtmaakt
you do
kwijtmaakt
he/she/it does
kwijtmaken
we do
kwijtmaken
you all do
kwijtmaken
they do
Past bijzin tense
kwijtmaakte
I did
kwijtmaakte
you did
kwijtmaakte
he/she/it did
kwijtmaakten
we did
kwijtmaakten
you all did
kwijtmaakten
they did
Future bijzin tense
zal kwijtmaken
I will do
zult kwijtmaken
you will do
zal kwijtmaken
he/she/it will do
zullen kwijtmaken
we will do
zullen kwijtmaken
you all will do
zullen kwijtmaken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou kwijtmaken
I would do
zou kwijtmaken
you would do
zou kwijtmaken
he/she/it would do
zouden kwijtmaken
we would do
zouden kwijtmaken
you all would do
zouden kwijtmaken
they would do
Subjunctive bijzin mood
kwijtmake
I do
kwijtmake
you do
kwijtmake
he/she/it do
kwijtmake
we do
kwijtmake
you all do
kwijtmake
they do
Du
Ihr
Imperative mood
maak kwijt
do
maakt kwijt
do

Examples of kwijtmaken

Example in DutchTranslation in English
Ik wist niet dat als ik iets wiste het meerdere dingen kwijtmaakte.I didn't know that if you deleted something that it... got rid of everything.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kwijtraken
lose

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.