Kronkelen (to wiggle) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of kronkelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kronkel
I wiggle
kronkelt
you wiggle
kronkelt
he/she/it wiggles
kronkelen
we wiggle
kronkelen
you all wiggle
kronkelen
they wiggle
Present perfect tense
heb gekronkeld
I have wiggled
hebt gekronkeld
you have wiggled
heeft gekronkeld
he/she/it has wiggled
hebben gekronkeld
we have wiggled
hebben gekronkeld
you all have wiggled
hebben gekronkeld
they have wiggled
Past tense
kronkelde
I wiggled
kronkelde
you wiggled
kronkelde
he/she/it wiggled
kronkelden
we wiggled
kronkelden
you all wiggled
kronkelden
they wiggled
Future tense
zal kronkelen
I will wiggle
zult kronkelen
you will wiggle
zal kronkelen
he/she/it will wiggle
zullen kronkelen
we will wiggle
zullen kronkelen
you all will wiggle
zullen kronkelen
they will wiggle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kronkelen
I would wiggle
zou kronkelen
you would wiggle
zou kronkelen
he/she/it would wiggle
zouden kronkelen
we would wiggle
zouden kronkelen
you all would wiggle
zouden kronkelen
they would wiggle
Subjunctive mood
kronkele
I wiggle
kronkele
you wiggle
kronkele
he/she/it wiggle
kronkele
we wiggle
kronkele
you all wiggle
kronkele
they wiggle
Past perfect tense
had gekronkeld
I had wiggled
had gekronkeld
you had wiggled
had gekronkeld
he/she/it had wiggled
hadden gekronkeld
we had wiggled
hadden gekronkeld
you all had wiggled
hadden gekronkeld
they had wiggled
Future perf.
zal gekronkeld hebben
I will have wiggled
zal gekronkeld hebben
you will have wiggled
zal gekronkeld hebben
he/she/it will have wiggled
zullen gekronkeld hebben
we will have wiggled
zullen gekronkeld hebben
you all will have wiggled
zullen gekronkeld hebben
they will have wiggled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekronkeld hebben
I would have wiggled
zou gekronkeld hebben
you would have wiggled
zou gekronkeld hebben
he/she/it would have wiggled
zouden gekronkeld hebben
we would have wiggled
zouden gekronkeld hebben
you all would have wiggled
zouden gekronkeld hebben
they would have wiggled
Du
Ihr
Imperative mood
kronkel
wiggle
kronkelt
wiggle

Examples of kronkelen

Example in DutchTranslation in English
Het leven is wreed en onrechtvaardig en we kronkelen als wormen aan de haak van...Life is cruel and unjust and we wiggle like worms on the hook of...
Hij wriemelt en kronkelt.He'll wiggle, he'll squirm.
En het gilde en het kronkelde.And it squealed and it wiggled.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kreukelen
wrinkle
krinkelen
do
kroezelen
do

Similar but longer

afkronkelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wiggle':

None found.
Learning languages?