Kleineren (to belittle) conjugation

Dutch
29 examples

Conjugation of kleineren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kleineer
I belittle
kleineert
you belittle
kleineert
he/she/it belittles
kleineren
we belittle
kleineren
you all belittle
kleineren
they belittle
Present perfect tense
heb gekleineerd
I have belittled
hebt gekleineerd
you have belittled
heeft gekleineerd
he/she/it has belittled
hebben gekleineerd
we have belittled
hebben gekleineerd
you all have belittled
hebben gekleineerd
they have belittled
Past tense
kleineerde
I belittled
kleineerde
you belittled
kleineerde
he/she/it belittled
kleineerden
we belittled
kleineerden
you all belittled
kleineerden
they belittled
Future tense
zal kleineren
I will belittle
zult kleineren
you will belittle
zal kleineren
he/she/it will belittle
zullen kleineren
we will belittle
zullen kleineren
you all will belittle
zullen kleineren
they will belittle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kleineren
I would belittle
zou kleineren
you would belittle
zou kleineren
he/she/it would belittle
zouden kleineren
we would belittle
zouden kleineren
you all would belittle
zouden kleineren
they would belittle
Subjunctive mood
kleinere
I belittle
kleinere
you belittle
kleinere
he/she/it belittle
kleinere
we belittle
kleinere
you all belittle
kleinere
they belittle
Past perfect tense
had gekleineerd
I had belittled
had gekleineerd
you had belittled
had gekleineerd
he/she/it had belittled
hadden gekleineerd
we had belittled
hadden gekleineerd
you all had belittled
hadden gekleineerd
they had belittled
Future perf.
zal gekleineerd hebben
I will have belittled
zal gekleineerd hebben
you will have belittled
zal gekleineerd hebben
he/she/it will have belittled
zullen gekleineerd hebben
we will have belittled
zullen gekleineerd hebben
you all will have belittled
zullen gekleineerd hebben
they will have belittled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekleineerd hebben
I would have belittled
zou gekleineerd hebben
you would have belittled
zou gekleineerd hebben
he/she/it would have belittled
zouden gekleineerd hebben
we would have belittled
zouden gekleineerd hebben
you all would have belittled
zouden gekleineerd hebben
they would have belittled
Du
Ihr
Imperative mood
kleineer
belittle
kleineert
belittle

Examples of kleineren

Example in DutchTranslation in English
"Ik had je niet moeten kleineren alleen omdat je... "irrationeel was." Is dat het?"I shouldn't have belittled you just because you were being... irrational."
"We kunnen ons niet laten kleineren door die Westerlingen""We cannot allow the Westerners to belittle us"
Als ik met jou meega, kunnen ze me weer kleineren.If I go with you, it gives them a chance to belittle me.
Als je mij alleen maar wilt kleineren door deze lessen onnodig moeilijk te maken stop ik ermee.And if you're gonna spend all your time trying to belittle me by making this class unnecessarily hard, then I'm out.
Edwin maakte het tot zijn persoonlijke doel om mijn bijdragen aan het team te kleineren.Edwin made it his personal goal to belittle my contributions to the team.
Hé, kleineer m'n gevoelens niet.Hey, hey, hey, don't belittle my feelings.
Ik weet dat je denkt dat ik je huwelijk kleineer door het te vergelijken met de mijne.I know you think that I belittle your marriage by comparing it to mine.
Kom op, kleineer ons niet.Come on. Don't belittle us.
Natuurlijk kleineer jij astrologie.Of course you're going to belittle astrology.
Nu kleineer ik jou, Denny.You stand belittled now, Denny.
"Hij tergt en kleineert mij constant.""He constantly taunts and belittles me."
'Als je het klein zijn kleineert,' 'dan is je speurtocht gedoemd om te mislukken.'/ lf you belittle being little / / Then your quest is doomed to fail /
- Ik wilde iets leuks met je doen... maar je kleineert me alleen maar.- I invited you here for a nice time not to belittle me.
- Je kleineert hem maar.- You'll just belittle him.
Als ik mijn verloofde zich als een klein meisje zie gedragen... bij hem in de buurt, dan word ik daar boos om... en het kleineert onze relatie, oké?When I see my fiancée acting like a little girl in front of him, it pleases me off and it belittles our relationship, okay?
- Iedereen die je ooit heeft gepest. die je pijn gedaan heeft, gekleineerd, die dacht dat je zwak was en waardeloos en klein.- Everyone who ever bullied you, who ever hurt you, belittled you, who thought that you were weak and worthless and small.
Dus roep ik de hulp van alle eigenaars, kan je niet laten mijn volk worden gekleineerd als deze.So I call upon the help of all owners, you cannot let my people be belittled like this.
En ons geloof wordt bespot en gekleineerd.And our faith is mocked and belittled." Who said that?
Hij voelde zich gekleineerd.He felt belittled.
Hoe dan ook, ik mis niet graag de kans om gekleineerd te worden.Anyway, I never miss a chance to be belittled.
En dat is waarom je hem kleineerde. en tegen hem sprak zoals je sprak.And that's why you belittled him and spoke to him as you did.
Haar hele leven kleineerde je haar.All her life you belittled her.
Hij kleineerde Kurt, maakte hem belachelijk.I mean, he belittled and ridiculed Kurt.
Hij kleineerde en ondermijnde je.He belittled you. Undermined you.
Ze kamde hem af, ze kleineerde hem.She berated Gary, belittled him constantly.
Edelachtbare, de heer Specter's bewering dat we niet geven om onze medewerkers, wel kleinerend, is niet belangrijk voor de wet.Your honor, Mr. Specter's claim that we don't care about our employees, though belittling, doesn't carry any weight as a rule of law.
Het is zo kleinerend.It's so belittling.
Maar dat is kleinerend voor vrouwen.But the idea that we'll be whorish for money is belittling to our gender!
Zeer kleinerend.Very belittling.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

greineren
grain
kledderen
do
klepperen
clatter
kletteren
clank
kleuteren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

kapen
hijack
kenteren
do
kerven
notch
kiften
quarrel
kleien
do
kleinkrijgen
abase
kleppen
do
kleumen
shiver
kleven
stick
klossen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'belittle':

None found.
Learning languages?