Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

klaarleggen

to tee

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of klaarleggen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
leg klaar
I tee
legt klaar
you tee
legt klaar
he/she/it tees
leggen klaar
we tee
leggen klaar
you all tee
leggen klaar
they tee
Present perfect tense
heb klaargelegd
I have teed
hebt klaargelegd
you have teed
heeft klaargelegd
he/she/it has teed
hebben klaargelegd
we have teed
hebben klaargelegd
you all have teed
hebben klaargelegd
they have teed
Past tense
legde klaar
I teed
legde klaar
you teed
legde klaar
he/she/it teed
legden klaar
we teed
legden klaar
you all teed
legden klaar
they teed
Future tense
zal klaarleggen
I will tee
zult klaarleggen
you will tee
zal klaarleggen
he/she/it will tee
zullen klaarleggen
we will tee
zullen klaarleggen
you all will tee
zullen klaarleggen
they will tee
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou klaarleggen
I would tee
zou klaarleggen
you would tee
zou klaarleggen
he/she/it would tee
zouden klaarleggen
we would tee
zouden klaarleggen
you all would tee
zouden klaarleggen
they would tee
Subjunctive mood
legge klaar
I tee
legge klaar
you tee
legge klaar
he/she/it tee
legge klaar
we tee
legge klaar
you all tee
legge klaar
they tee
Past perfect tense
had klaargelegd
I had teed
had klaargelegd
you had teed
had klaargelegd
he/she/it had teed
hadden klaargelegd
we had teed
hadden klaargelegd
you all had teed
hadden klaargelegd
they had teed
Future perf.
zal klaargelegd hebben
I will have teed
zal klaargelegd hebben
you will have teed
zal klaargelegd hebben
he/she/it will have teed
zullen klaargelegd hebben
we will have teed
zullen klaargelegd hebben
you all will have teed
zullen klaargelegd hebben
they will have teed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou klaargelegd hebben
I would have teed
zou klaargelegd hebben
you would have teed
zou klaargelegd hebben
he/she/it would have teed
zouden klaargelegd hebben
we would have teed
zouden klaargelegd hebben
you all would have teed
zouden klaargelegd hebben
they would have teed
Present bijzin tense
klaarleg
I tee
klaarlegt
you tee
klaarlegt
he/she/it tees
klaarleggen
we tee
klaarleggen
you all tee
klaarleggen
they tee
Past bijzin tense
klaarlegde
I teed
klaarlegde
you teed
klaarlegde
he/she/it teed
klaarlegden
we teed
klaarlegden
you all teed
klaarlegden
they teed
Future bijzin tense
zal klaarleggen
I will tee
zult klaarleggen
you will tee
zal klaarleggen
he/she/it will tee
zullen klaarleggen
we will tee
zullen klaarleggen
you all will tee
zullen klaarleggen
they will tee
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou klaarleggen
I would tee
zou klaarleggen
you would tee
zou klaarleggen
he/she/it would tee
zouden klaarleggen
we would tee
zouden klaarleggen
you all would tee
zouden klaarleggen
they would tee
Subjunctive bijzin mood
klaarlegge
I tee
klaarlegge
you tee
klaarlegge
he/she/it tee
klaarlegge
we tee
klaarlegge
you all tee
klaarlegge
they tee
Du
Ihr
Imperative mood
leg klaar
tee
legt klaa
tee

Examples of klaarleggen

Monsieur Carlile, ging u hier de papieren klaarleggen?

Hmm. Monsieur carlisle, before I went for my promenade in the garden, you volunteered to get the papers ready in here? Yes.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES