Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Invijzen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of invijzen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vijs in
I do
vijst in
you do
vijst in
he/she/it does
vijzen in
we do
vijzen in
you all do
vijzen in
they do
Present perfect tense
heb ingevezen
I have done
hebt ingevezen
you have done
heeft ingevezen
he/she/it has done
hebben ingevezen
we have done
hebben ingevezen
you all have done
hebben ingevezen
they have done
Past tense
vees in
I did
vees in
you did
vees in
he/she/it did
vezen in
we did
vezen in
you all did
vezen in
they did
Future tense
zal invijzen
I will do
zult invijzen
you will do
zal invijzen
he/she/it will do
zullen invijzen
we will do
zullen invijzen
you all will do
zullen invijzen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou invijzen
I would do
zou invijzen
you would do
zou invijzen
he/she/it would do
zouden invijzen
we would do
zouden invijzen
you all would do
zouden invijzen
they would do
Subjunctive mood
vijze in
I do
vijze in
you do
vijze in
he/she/it do
vijze in
we do
vijze in
you all do
vijze in
they do
Past perfect tense
had ingevezen
I had done
had ingevezen
you had done
had ingevezen
he/she/it had done
hadden ingevezen
we had done
hadden ingevezen
you all had done
hadden ingevezen
they had done
Future perf.
zal ingevezen hebben
I will have done
zal ingevezen hebben
you will have done
zal ingevezen hebben
he/she/it will have done
zullen ingevezen hebben
we will have done
zullen ingevezen hebben
you all will have done
zullen ingevezen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingevezen hebben
I would have done
zou ingevezen hebben
you would have done
zou ingevezen hebben
he/she/it would have done
zouden ingevezen hebben
we would have done
zouden ingevezen hebben
you all would have done
zouden ingevezen hebben
they would have done
Present bijzin tense
invijs
I do
invijst
you do
invijst
he/she/it does
invijzen
we do
invijzen
you all do
invijzen
they do
Past bijzin tense
invees
I did
invees
you did
invees
he/she/it did
invezen
we did
invezen
you all did
invezen
they did
Future bijzin tense
zal invijzen
I will do
zult invijzen
you will do
zal invijzen
he/she/it will do
zullen invijzen
we will do
zullen invijzen
you all will do
zullen invijzen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou invijzen
I would do
zou invijzen
you would do
zou invijzen
he/she/it would do
zouden invijzen
we would do
zouden invijzen
you all would do
zouden invijzen
they would do
Subjunctive bijzin mood
invijze
I do
invijze
you do
invijze
he/she/it do
invijze
we do
invijze
you all do
invijze
they do
Du
Ihr
Imperative mood
vijs in
do
vijst in
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afvijzen
do
opvijzen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.