Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Introuwen (to intros) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
trouw in
trouwt in
trouwt in
trouwen in
trouwen in
trouwen in
Present perfect tense
ben ingetrouwd
bent ingetrouwd
is ingetrouwd
zijn ingetrouwd
zijn ingetrouwd
zijn ingetrouwd
Past tense
trouwde in
trouwde in
trouwde in
trouwden in
trouwden in
trouwden in
Future tense
zal introuwen
zult introuwen
zal introuwen
zullen introuwen
zullen introuwen
zullen introuwen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou introuwen
zou introuwen
zou introuwen
zouden introuwen
zouden introuwen
zouden introuwen
Subjunctive mood
trouwe in
trouwe in
trouwe in
trouwe in
trouwe in
trouwe in
Past perfect tense
was ingetrouwd
was ingetrouwd
was ingetrouwd
waren ingetrouwd
waren ingetrouwd
waren ingetrouwd
Future perf.
zal ingetrouwd zijn
zal ingetrouwd zijn
zal ingetrouwd zijn
zullen ingetrouwd zijn
zullen ingetrouwd zijn
zullen ingetrouwd zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingetrouwd zijn
zou ingetrouwd zijn
zou ingetrouwd zijn
zouden ingetrouwd zijn
zouden ingetrouwd zijn
zouden ingetrouwd zijn
Present bijzin tense
introuw
introuwt
introuwt
introuwen
introuwen
introuwen
Past bijzin tense
introuwde
introuwde
introuwde
introuwden
introuwden
introuwden
Future bijzin tense
zal introuwen
zult introuwen
zal introuwen
zullen introuwen
zullen introuwen
zullen introuwen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou introuwen
zou introuwen
zou introuwen
zouden introuwen
zouden introuwen
zouden introuwen
Subjunctive bijzin mood
introuwe
introuwe
introuwe
introuwe
introuwe
introuwe
Du
Ihr
Imperative mood
trouw in
trouwt in

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

betrouwen
trust
instouwen
do
introeven
intro here

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'intros':

None found.