Inbrokkelen (to lose gradually) conjugation

Dutch

Conjugation of inbrokkelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
brokkel in
I lose gradually
brokkelt in
you lose gradually
brokkelt in
he/she/it loses gradually
brokkelen in
we lose gradually
brokkelen in
you all lose gradually
brokkelen in
they lose gradually
Present perfect tense
heb ingebrokkeld
I have lost gradually
hebt ingebrokkeld
you have lost gradually
heeft ingebrokkeld
he/she/it has lost gradually
hebben ingebrokkeld
we have lost gradually
hebben ingebrokkeld
you all have lost gradually
hebben ingebrokkeld
they have lost gradually
Past tense
brokkelde in
I lost gradually
brokkelde in
you lost gradually
brokkelde in
he/she/it lost gradually
brokkelden in
we lost gradually
brokkelden in
you all lost gradually
brokkelden in
they lost gradually
Future tense
zal inbrokkelen
I will lose gradually
zult inbrokkelen
you will lose gradually
zal inbrokkelen
he/she/it will lose gradually
zullen inbrokkelen
we will lose gradually
zullen inbrokkelen
you all will lose gradually
zullen inbrokkelen
they will lose gradually
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inbrokkelen
I would lose gradually
zou inbrokkelen
you would lose gradually
zou inbrokkelen
he/she/it would lose gradually
zouden inbrokkelen
we would lose gradually
zouden inbrokkelen
you all would lose gradually
zouden inbrokkelen
they would lose gradually
Subjunctive mood
brokkele in
I lose gradually
brokkele in
you lose gradually
brokkele in
he/she/it lose gradually
brokkele in
we lose gradually
brokkele in
you all lose gradually
brokkele in
they lose gradually
Past perfect tense
had ingebrokkeld
I had lost gradually
had ingebrokkeld
you had lost gradually
had ingebrokkeld
he/she/it had lost gradually
hadden ingebrokkeld
we had lost gradually
hadden ingebrokkeld
you all had lost gradually
hadden ingebrokkeld
they had lost gradually
Future perf.
zal ingebrokkeld hebben
I will have lost gradually
zal ingebrokkeld hebben
you will have lost gradually
zal ingebrokkeld hebben
he/she/it will have lost gradually
zullen ingebrokkeld hebben
we will have lost gradually
zullen ingebrokkeld hebben
you all will have lost gradually
zullen ingebrokkeld hebben
they will have lost gradually
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingebrokkeld hebben
I would have lost gradually
zou ingebrokkeld hebben
you would have lost gradually
zou ingebrokkeld hebben
he/she/it would have lost gradually
zouden ingebrokkeld hebben
we would have lost gradually
zouden ingebrokkeld hebben
you all would have lost gradually
zouden ingebrokkeld hebben
they would have lost gradually
Present bijzin tense
inbrokkel
I lose gradually
inbrokkelt
you lose gradually
inbrokkelt
he/she/it loses gradually
inbrokkelen
we lose gradually
inbrokkelen
you all lose gradually
inbrokkelen
they lose gradually
Past bijzin tense
inbrokkelde
I lost gradually
inbrokkelde
you lost gradually
inbrokkelde
he/she/it lost gradually
inbrokkelden
we lost gradually
inbrokkelden
you all lost gradually
inbrokkelden
they lost gradually
Future bijzin tense
zal inbrokkelen
I will lose gradually
zult inbrokkelen
you will lose gradually
zal inbrokkelen
he/she/it will lose gradually
zullen inbrokkelen
we will lose gradually
zullen inbrokkelen
you all will lose gradually
zullen inbrokkelen
they will lose gradually
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inbrokkelen
I would lose gradually
zou inbrokkelen
you would lose gradually
zou inbrokkelen
he/she/it would lose gradually
zouden inbrokkelen
we would lose gradually
zouden inbrokkelen
you all would lose gradually
zouden inbrokkelen
they would lose gradually
Subjunctive bijzin mood
inbrokkele
I lose gradually
inbrokkele
you lose gradually
inbrokkele
he/she/it lose gradually
inbrokkele
we lose gradually
inbrokkele
you all lose gradually
inbrokkele
they lose gradually
Du
Ihr
Imperative mood
brokkel in
lose gradually
brokkelt in
lose gradually

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbrokkelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

honoreren
pay
husselen
shuffle
identificeren
identify
improviseren
improvise
inboeten
replace
inbrengen
bring in
inbuigen
bend inwards
incasseren
collect
indagen
do
indijken
dike

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'lose gradually':

None found.
Learning languages?