Inboeten (to replace) conjugation

Dutch

Conjugation of inboeten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
boet in
I replace
boet in
you replace
boet in
he/she/it replaces
boeten in
we replace
boeten in
you all replace
boeten in
they replace
Present perfect tense
heb ingeboet
I have replaced
hebt ingeboet
you have replaced
heeft ingeboet
he/she/it has replaced
hebben ingeboet
we have replaced
hebben ingeboet
you all have replaced
hebben ingeboet
they have replaced
Past tense
boette in
I replaced
boette in
you replaced
boette in
he/she/it replaced
boetten in
we replaced
boetten in
you all replaced
boetten in
they replaced
Future tense
zal inboeten
I will replace
zult inboeten
you will replace
zal inboeten
he/she/it will replace
zullen inboeten
we will replace
zullen inboeten
you all will replace
zullen inboeten
they will replace
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inboeten
I would replace
zou inboeten
you would replace
zou inboeten
he/she/it would replace
zouden inboeten
we would replace
zouden inboeten
you all would replace
zouden inboeten
they would replace
Subjunctive mood
boete in
I replace
boete in
you replace
boete in
he/she/it replace
boete in
we replace
boete in
you all replace
boete in
they replace
Past perfect tense
had ingeboet
I had replaced
had ingeboet
you had replaced
had ingeboet
he/she/it had replaced
hadden ingeboet
we had replaced
hadden ingeboet
you all had replaced
hadden ingeboet
they had replaced
Future perf.
zal ingeboet hebben
I will have replaced
zal ingeboet hebben
you will have replaced
zal ingeboet hebben
he/she/it will have replaced
zullen ingeboet hebben
we will have replaced
zullen ingeboet hebben
you all will have replaced
zullen ingeboet hebben
they will have replaced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeboet hebben
I would have replaced
zou ingeboet hebben
you would have replaced
zou ingeboet hebben
he/she/it would have replaced
zouden ingeboet hebben
we would have replaced
zouden ingeboet hebben
you all would have replaced
zouden ingeboet hebben
they would have replaced
Present bijzin tense
inboet
I replace
inboet
you replace
inboet
he/she/it replaces
inboeten
we replace
inboeten
you all replace
inboeten
they replace
Past bijzin tense
inboette
I replaced
inboette
you replaced
inboette
he/she/it replaced
inboetten
we replaced
inboetten
you all replaced
inboetten
they replaced
Future bijzin tense
zal inboeten
I will replace
zult inboeten
you will replace
zal inboeten
he/she/it will replace
zullen inboeten
we will replace
zullen inboeten
you all will replace
zullen inboeten
they will replace
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inboeten
I would replace
zou inboeten
you would replace
zou inboeten
he/she/it would replace
zouden inboeten
we would replace
zouden inboeten
you all would replace
zouden inboeten
they would replace
Subjunctive bijzin mood
inboete
I replace
inboete
you replace
inboete
he/she/it replace
inboete
we replace
inboete
you all replace
inboete
they replace
Du
Ihr
Imperative mood
boet in
replace
boet in
replace

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afboeten
do
beboeten
do
inbijten
do
inboeken
check in
inbouwen
drill in
ingieten
grout
invreten
corrode

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

illumineren
enlighten
imponeren
impress
inactiveren
inactivate
inademen
do
inbakeren
swaddle
inblazen
breathe
inboeken
check in
inboezemen
instill
individualiseren
thicken
indrijven
drive in

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'replace':

None found.
Learning languages?