Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Herwerken (to rework) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
herwerk
herwerkt
herwerkt
herwerken
herwerken
herwerken
Present perfect tense
heb herwerkt
hebt herwerkt
heeft herwerkt
hebben herwerkt
hebben herwerkt
hebben herwerkt
Past tense
herwerkte
herwerkte
herwerkte
herwerkten
herwerkten
herwerkten
Future tense
zal herwerken
zult herwerken
zal herwerken
zullen herwerken
zullen herwerken
zullen herwerken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou herwerken
zou herwerken
zou herwerken
zouden herwerken
zouden herwerken
zouden herwerken
Subjunctive mood
herwerke
herwerke
herwerke
herwerke
herwerke
herwerke
Past perfect tense
had herwerkt
had herwerkt
had herwerkt
hadden herwerkt
hadden herwerkt
hadden herwerkt
Future perf.
zal herwerkt hebben
zal herwerkt hebben
zal herwerkt hebben
zullen herwerkt hebben
zullen herwerkt hebben
zullen herwerkt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou herwerkt hebben
zou herwerkt hebben
zou herwerkt hebben
zouden herwerkt hebben
zouden herwerkt hebben
zouden herwerkt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
herwerk
herwerkt

Examples of herwerken

Example in DutchTranslation in English
- Volledig, zullen we de toon herwerken, tijdens de kalibratie, geen probleem- Completely, we'll rework the tone, during the calibration, no problem
- We zullen dat deel herwerken.- We'll rework that part then.
We zullen het herwerken.We'll rework it.
- Ik herwerk het voor volgende keer.- I'll rework it for next time.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verwerken
process

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rework':

None found.